
Deel 3 : convergentie avant la lettre.
In een serie podcasts over “Convergentie” kwamen verschillende vragen voorbij. Wat is convergentie? Wat is de betekenis ervan voor de economie, voor de actuele problemen in de wereld, voor de verhoudingentussen de grote machtsblokken. In deel 3 aandacht voor de telefoon en voor de auto; voorbeelden van hoe convergentie van technologieën geen nieuw fenomeen is, maar al langer bestaat. wat kunnen we leren?
- De telefoon.
Het ging van een ouderwetse bakelieten telefoon met een hoorn en draaischijf naar een mobiele telefoon (Nokia zijn we al bijna vergeten). Deze wordt steeds kleiner en handzamer, krijgt een scala aan opties, meer en versnellend, in samenhang en elkaar versterkend. De functie “bellen” verschuift naar de achtergrond.
Dat “ding” wordt een verzameling van technieken, hardware en software. En vooral een verzameling van leuke, nuttige en soms onzinnige functionaliteiten: bellen, texting, mail, browsing/internet, foto en film maken, foto en film kijken, de trits “socials”, agenda en contacten, muziek, navigatie, financial/banking, etc. Je mobiel werkt als verzamelpunt, als knooppunt (draaischijf, maar dat doet weer denken aan die hele ouderwetse telefoon), als een bundeling van allerlei connecties met de wereld, zowel inkomend als uitgaand, als een onmisbare tool en als verlengstuk van jezelf, als lifeline en reddingsboei, als onderdeel van je leven en identiteit.
Kortom: het ging van single purpose/functionality naar multi en vervolgens naar “omni” met volledige vervaging van grenzen tussen functionaliteiten, naar een naadloze ervaring zonder drempels met vervaging van grenzen tussen individuele gebruikers, tussen industrieën, zelfs tussen concurrenten, tussen klanten en leveranciers. Er ontstaat steeds meer samenhang, integratie en synergie (wederzijdse versterking van functies) en platform-ontwikkeling met steeds meer afhankelijkheden van een enkel incidenteel gebruiksmoment naar 24/7 standby, updating en gebruik. En zei iemand daar nog: communicatie (it takes two to tango), menselijk contact, verbinding?
En de bonusvraag: Wie zit er aan de knoppen? Wie heeft toegang tot data waarbij datastromen steeds meer vermengd raken? Waarbij data die hun oorsprong vinden in een bepaalde toepassing gecombineerd kunnen worden met andere data, herleidbaar tot bepaalde personen, situaties etc.? De vraag kan ook anders worden gesteld: waar staat de pot met goud, aan het einde van de regenboog?
2.En dan de auto.
We zeggen wel eens dat die auto een rijdende mobiel wordt; spraakverwarring zou ik zeggen. Mobiel impliceert beweging. Mobiel is inmiddels een afkorting van mobiele telefoon maar dat terzijde. Er wordt ook gezegd dat de auto een rijdende PC is. Nog even en we weten niet meer wat een PC is. Of we gaan beweren dat een laptop een stilstaande auto is.
Wat ik bedoel: het gaat niet meer om de verschijningsvorm, de huls of verpakking: een auto een mobiele telefoon, een computer, een PC, een tablet, een watch etc. Het gaat om de techniek (hard en soft) inside, om de functionaliteit en dat kan in allerlei verschijningen. Dan is dus de auto plots niet meer een ding met 4 wielen en een motor voor vervoer van A naar B maar een multifunctionele tool die jouw leven makkelijker en leuker maakt en, oh ja, ook nog letterlijk jou kan bewegen/vervoeren van A naar B.
Toch even terug met die auto naar eind 19e begin 20e eeuw. Het was toen zeker niet zo dat die auto in één en dezelfde configuratie binnen dezelfde technologie binnen eenzelfde sector is ontwikkeld en is gecompleteerd. Ook toen was er sprake van convergentie van zeer uiteen-lopende technologieën van zeer uiteenlopende materialen en processen. Denk aan het bouwen van een koets, het produceren van wielen, in latere instantie alle chemicaliën en grondstoffen die we nodig hadden, rubber voor de banden, de energie om die auto’s aan te drijven, de elektronica die in toenemende mate een rol speelde, denk aan accu’s denk aan startmotoren. Ook in die begin jaren van de auto was er dus een van uiteenlopende technologieën en sectoren die geleidelijk aan met elkaar verbonden raakten en meer geïntegreerd raakten.
In een aantal opzichten leek de auto in den beginne nog wel op een koets Maar het voortschrijdend inzicht rondom design en materialen en in de productie van auto’s maakte de automobiel al snel tot dat “wonder op wielen”. Welvaart en koopkracht namen toe, terwijl de prijs van een auto snel daalde. Naast de primaire functie van de auto (van A naar B) werden andere functies en waarden belangrijk: comfort, veiligheid, fun, status. Dus ook Henry Ford was eigenlijk bezig met die convergentie maar zo zal hij het zelf niet genoemd hebben. Ford loste problemen op, maakte auto’s en verkocht die, luisterend naar de consument, punt uit.
En soms lijkt het erop dat we tegenwoordig vooral juist praten over oplossingen, en vergeten om te handelen, te luisteren naar de klant, naar de markt, naar de toekomst. Lang leve de convergentie.
Dit was deel 3 in een serie over convergentie; meer de komende weken.
Hans Groenhuijsen, 10 maart 2025.
T 06-52 58 95 85
M hans@hansgroenhuijsen.nl
I https://www.hansgroenhuijsen.nl
Linked https://www.linkedin.com/in/4fieldshansgroenhuijsen/\
. Wekelijks mijn blog ontvangen? Meld je aan via “aanvraag artikelen” op https://www.hansgroenhuijsen.nl/inschrijven-kennisblogs/
. ©alle rechten voorbehouden Hans Groenhuijsen, 2025.
. Alle artikelen en blogs, zie: https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/
o.a. over convergentie maar ook over mobiliteit, “the car of the future”, over de grote trends, over China, Europa en de USA, over innovatie en veel meer.
Afbeeldingen : Pixabay