Wat hebben we toch met die oldtimers, klassieke auto’s? Wij kunnen het simpel houden: ze zijn mooi, bijzonder, ze doen ons denken aan andere (mooiere?) tijden. Een oude auto rijdt zoals rijden ooit was bedoeld, avontuur en romantiek. Maar hoe werkt dat? Hoe leggen we een verbinding tussen toen en nu, hoe waarderen we nu die oldtimer?
De oldtimer als connectie met het verleden.
Die oldtimer is het medium waardoor we de connectie met het verleden maken. We proberen langs die weg het beeld van dat verleden scherper te krijgen. Nog een stap verder, doen we een poging om dat verleden te restaureren, soms mooier te maken dan het was. Het liefst zouden we misschien zelf teruggaan naar dat verleden, maar dat is onmogelijk. Dus kopiëren we dat verleden in het heden door die auto, de entourage eromheen, de cultuur en sfeer rondom die oude auto. Wij kunnen niet terug naar het verleden dus halen we die auto naar het heden. En zo maken we onszelf even onderdeel van dat mooie verleden, letterlijk dus “die goeie ouwe tijd”. En daarbij verklaren we naar eer en geweten (en wat mij betreft ook deels terecht) dat we bezig zijn met de instandhouding van cultureel erfgoed. Trouwens, over smaak valt niet te twisten, maar er zijn veel oude auto’s die wat minder dat predicaat: oldtimer, bijzonder etc. verdienen.
Het feest van herkenning.
We maken er dus een soort feest van herkenning van. Via die auto herkennen we de mooie goede elementen in dat verleden. Waarbij we regelmatig niet dat verleden an sich scherp waarnemen, maar onze eigen beelden vanuit het heden projecteren op dat verleden; bijna een soort geschiedvervalsing dus. Wij maken van dat verleden bijna een karikatuur die onszelf past. Maar er gebeurt nog iets. We gaan een oude auto mooi vinden omdat die, zonder dat we ons dat direct realiseren, ergens overeenkomt met beelden uit dat verleden, sterker nog met beelden uit ons eigen verleden. Dat klinkt wat gek, maar denk maar eens aan wat jij nu mooi, goed, lekker etc. vindt, en hoe dat vaak ergens zijn basis vindt in je jeugd. Dat kan gaan over de wereld tijdens je jeugd, over het dorp of het huis waar je opgroeide, de sociale setting waarin je opgroeide. En ja, het kan gaan over die auto van je vader of oom, of die bekende beroepen die passen bij exclusievere auto’s: de Jaguar, Mercedes, Aston Martin, Maserati, of bij wat “gewonere” auto’s zoals de Citroën DS, de Alfa Romeo Giulia jaren ’60. Herinneringen en herkenning, beelden en associaties kleuren je beeld.
Bewonderen-bezitten-rijden.
De fascinatie voor die bepaalde auto leidt tot de wil om er een te bezitten en erin te rijden. Mooi vinden is willen bezitten, of vanuit het standpunt van de autoverkoper: zien is kopen. Gewoon omdat je die auto mooi vindt, maar het kan ook zo zijn dat je door jouw band met die auto grip krijgt op dat verleden, dat verleden naar je toe haalt. Of je wil die auto, die in jouw jeugd ontbrak, alsnog hebben, een soort invulling van een gemis in dat verleden. En alle andere overwegingen spelen een rol: ik vind die auto mooi, gaaf, ik laat daarmee mijn talent, goede smaak, cultureel besef, en maatschappelijke status zien, ik onderscheid me, ik moet iets met mijn geld, ik heb een hekel aan al die bloedstollend lelijke windtunnelproducten (en/of de mensen die daarin rijden), ik houd van romantiek en stijl, ik wil stijlvol toeren, ik wil bij een club horen etc. Soms herken je, deels onbewust, echte schoonheid, in lijnen, vorm, verhoudingen, kleur etc.
Zien en kijken in heden en verleden.
Kortom, onze waarneming van wat we nu zien, wordt deels bepaald door het verleden, door beelden uit dat verleden. Een beeld kan letterlijk een beeld zijn, een soort foto, een moment. Maar een beeld kan ook zijn: een setting, een sfeer, een gevoel (toch weer dat “je ne sais quoi” als ik kijk naar die Citroen DS). Maar nog leuker, het kunnen beelden zijn die op jou afkwamen in het verleden en onbewust jouw voorkeuren nu bepalen.
Toch maar weer even die Citroën DS. Hoe ik nu die auto zie, is voor een deel bepaald door films waarin die auto voorkwam (Alain Delon, Lino Ventura, Louis de Funès), door beelden van vooral Franse presidenten die zich lieten rijden in een DS of SM, door prachtige foto’s van prachtige vrouwen (Brigitte Bardot, Jane Berkin etc. in of op een DS), door de commercials (toen nog veel print) rondom de DS. En ook door die lokale notabelen of de wat excentrieke artistieke types die een DS reden (dat wil ik ook), of door de uitstraling van een lokale Citroën-garage.
Kortom, het is een reeks van beelden die samen jouw herinnering maken en kleuren, het gaat om de combinatie van al die beeldjes, al die fragmentjes informatie. Dat gaat verder dan letterlijk beelden, datgene wat we zien, maar het gaat net zo goed om de waarneming met andere zintuigen: horen, ruiken, voelen. Het brein en de emotie doen zich gelden.
“Design is not just what it looks like and feels like. Design is how it works” (Steve Jobs).
“Memories of vehicles from our past can be a multi-sensory experience – for example, the smell of the seats, the sound of the engine turning over, the look of the grill”.
(Janelle Wilson, Professor of Sociology at the University of Minnesota).
Herinneringen, plaatjes en beelden: hierover meer in een volgende blog over “beelden”.
Hans Groenhuijsen, 3 september 2024.
https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/de-openbaring-van-de-citroen-ds/
. Alle artikelen en blogs, zie: https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/
T 06-52 58 95 85
M hans@hansgroenhuijsen.nl
I https://www.hansgroenhuijsen.nl
Linkedin https://www.linkedin.com/in/4fieldshansgroenhuijsen/
. Wekelijks mijn blog ontvangen? Meld je aan via “aanvraag artikelen” op https://www.hansgroenhuijsen.nl/inschrijven-kennisblogs/
. ©alle rechten voorbehouden Hans Groenhuijsen, 2024.