de kunst van het voorspellen.
1. voorspelt de geschiedenis ?
Historici zijn over het algemeen de mening toegedaan, dat echte voorspellingen op basis van het verleden niet te maken zijn. Wel zijn er patronen herkenbaar in het verleden en zelfs patronen waarvan je met een redelijke mate van zekerheid kunt zeggen, dat ze zich in de toekomst ook zullen manifesteren. “Morgen gaat de zon op” kan op de seconde nauwkeurig worden voorspeld. Het winterseizoen breekt hoe dan ook elk jaar weer aan, maar of die winter veel ijs brengt blijft elk jaar weer de vraag. Dat er ook na de huidige crisis ergens weer een recessie opdoemt staat wel redelijk vast maar wanneer, voor hoe lang en met welke impact is vrijwel onvoorspelbaar.
Sommige voorspellingen kan je met een gerust hart doen, daar hoef je niet voor doorgeleerd te hebben. Na regen komt (ooit) zonneschijn, na deze crisis komt er weer een volgende. Maar verder loop je al snel tegen je grenzen aan, en ga je via de weg van de nuancering naar waarschijnlijkheden, scenario’s, opties, trends. Maar dat idee van voorspelbaarheid blijft aantrekkelijk.
Als we het verleden kunnen vatten in patronen en wetmatigheden, die we vervolgens ook kunnen koppelen aan en doortrekken naar het heden, dan is de stap naar het voorspellen van de toekomst een kleine stap, en een verleidelijke. Je kan dus dat voorspellen langs twee lijnen doen.
Vanuit het idee dat de geschiedenis overwegend lineair verloopt, kan je vanuit feiten, combinaties van feiten en analyses, trends en extrapolatie etc. iets zeggen over de toekomst.
Vanuit het idee dat de geschiedenis zich herhaalt (de cyclische redenering dus), is het een simpel kunstje om dat herhalingspatroon te ontdekken; vervolgens stel je vast waarop de herhaling betrekking heeft, waardoor die wordt aangejaagd etc. en de voorspelling rolt er automatisch uit.
2. waarom geloven we in dat voorspellen ?
De hardnekkigheid waarmee dat idee van voorspelbaarheid overeind blijft, heeft een paar oorzaken. Allereerst is die voorspelbaarheid nu eenmaal iets wat mensen graag willen: het biedt een comfortabel gevoel van kennis, macht en onzekerheidsreductie. Ten onrechte wordt kennis en inzicht verkrijgen en begrijpen gelijk geschakeld met een soort determinisme en van daaruit met voorspelbaarheid.
We kunnen ons moeilijk losmaken van de intuïtie dat wat vandaag achteraf gezien helder en duidelijk is, gisteren voorspeld had kunnen worden Dan is het maar een kleine stap om te veronderstellen dat de toekomst dan ook redelijk voorspelbaar moet zijn.
Dit kan ver gaan. Snel vat het idee post dat wie slim is meer weet, wie meer weet dus beter voorspelt, vaardiger is in dat voorspellen; overmatig vertrouwen in eigen kunnen en het juiste zicht op de werkelijkheid blokkeert uiteindelijk de echte heldere kijk.
Toegeven dat je het fout zag is uit den boze. Vaak houdt de voorspeller eindeloos vast aan zijn eigen voorspelling en verklaart het feit dat die voorspelling (vooralsnog) niet uitkomt op een slinkse manier. Ik zag het wel goed maar de timing was niet perfect, er gebeurde iets onvoorzien (ja, daar gaat dat quasi voospellen nu juist over), of misschien zat ik wel een beetje fout om de goede redenen. Managers zijn goed in dit ontkennen (daarover in een volgend artikel nog meer).
Met dat voorspellen houden we onszelf voor de gek. We overschatten in sterke mate ons vermogen om betrouwbare voorspellingen te doen (maar realiseren ons dat niet). We denken vaak achteraf dat we het vooraf allemaal juist voorspeld hadden, terwijl we pas met de wijsheid achteraf een zogenaamde voorspelling creëren, die we dan vrolijk terug in de tijd plaatsen.
3. Voortschrijdend inzicht.
We vinden ons zelf vaak ook toppers in het voortschrijdend inzicht. Maar ook hiermee bedriegen we onszelf en de ander. We besloten vooraf helemaal niets, of zonder enige reflectie, kennis en gezond verstand. Vervolgens rommelen we wat aan, er gebeuren wel
dingen (niet of nauwelijks bedacht, gepland en besloten). Als die dingen goed uitpakken, geven we onszelf een schouderklopje, prijzen onze besluitvaardigheid en wijsheid vooraf. En natuurlijk hebben we het geweldig getroffen met ons inzicht tijdens de wedstrijd, dat voortschrijdend inzicht. Maar wat feitelijk gebeurt is, dat we pas achteraf op feitelijke gebeurtenissen een beslissing plakken die we dan zogenaamd vooraf hebben genomen.
Voorspellen blijft een hachelijke zaak. Waar we inmiddels redelijk bedreven in zijn onder het mom van voorspellen, is de kunst van het achteraf voorspellen. Een andere tot hogere kunst verheven vaardigheid is het doen van zogenaamd krachtige, op feiten etc. gebaseerde objectieve voorspellingen, die niets meer zijn dan een quasi-bewijs van eigen gelijk in de reeks “halve waarheden en hele leugens”. En steeds vaker zijn voorspellingen vooral bedoeld als een prettig houvast, en als zodanig meer een geloofsartikel dan een serieuze poging om iets te zeggen over die toekomst.
Hans Groenhuijsen, januari 2020.
Voor alle blogjes en stukjes, zie https://www.hansgroenhuijsen.nl/category/blogs/
Voor meer artikelen over het thema “perspectief : zien en kijken”, zie https://www.hansgroenhuijsen.nl/perspectief/
Zien is neutraal en kijken doen we met ons brein, is subjectief, vooringenomen.
We verleren het om te kijken, verliezen de scherpte en onafhankelijkheid.
We geloven steeds meer in eigen gelijk en verketteren de andersdenkende.
Kijken is intentioneel, heeft een bedoeling.
We beschouwen, interpreteren, organiseren beelden en informatie en gedachten, en creëren betekenis.