“Een wijs man zoekt het in zichzelf, de dwaas zoekt het in anderen” (Confucius).

China is dagelijks in het nieuws: over auto’s, mensenrechten, een probleem met “stenen” (onroerend goed), expansiedrift, het leger, de vriendschap met Rusland, de medailles op de Olympische Spelen. Logisch ook met ruim 1,4 miljard mensen en een enorme economie.
We kijken ernaar met een mix van bewondering, afgunst, afkeuring, ongeloof, soms ook angst. Voor elke emotie, voor elk perspectief valt wat te zeggen.

Het brede scala aan eigenschappen en gedragingen van China en die veelheid aan emoties die het in het Westen opwekt, geeft aan dat de zaak complex is, maar dat wisten we al. Alles heeft met alles te maken, zou je met een soort schijnwijsheid kunnen beweren.

Een beetje relativeren op zijn tijd?

Dat krachtige China vertoont ook zwakke punten. De economie heeft het moeilijk, groei vertraagt. Consumentenbestedingen komen in de knel. Het binnenlandse onroerend goed issue
is natuurlijk nog niet opgelost, zeker ook doordat die bubbel vooral werd gefinancierd door consumenten die dus vervolgens een flinke tik kregen. Er zijn signalen dat grote ondernemingen, met name buitenlandse multinationals, overwegen om zich (gedeeltelijk) terug te trekken. Je kunt vraagtekens plaatsen bij het economisch beleid (c.q. bij alle beleid), de explosieve groei in sommige sectoren (denk aan de automotive) met als gevolg vaak een flinke en kostbare overcapaciteit, de enorme investeringen en subsidies van overheidswege in verschillende sectoren. Maar toch…. Misschien niet uit liefde maar uit welbegrepen eigenbelang is China voor veel bedrijven “a place to be”. Nog eens in het kort.

Er ging iets goed daar.

Het is een enorme markt met vaak een sterke grip op grondstoffen en componenten. Lokale aanwezigheid maakt een fabrikant/merk allicht wat acceptabeler voor de Chinese markt.  Kennis is echt ver uitgestegen boven het niveau van eenvoudige productie/massa/online. In kennis, investeringen in R&D/innovatie, is China een serieuze partij. Meer en meer gaan bijvoorbeeld Duitse autofabrikanten voor hun innovatie en ontwikkeling naar China. Ontwikkeltijd in China is kort, time-to-market kort, concurrentie snel. In de automotive heeft China de koppositie wel te pakken, het aandeel in de wereldwijde auto business groeide sinds 2000 van 4 naar 32% terwijl Europa fors inleverde van 31 naar 15%. Op het gebied van batterijtechnologie, elektrische auto’s en verdere innovaties rondom auto en mobiliteit, is China ons de baas (nou ja, een beetje).  Energie(transitie) en klimaat liggen voor een deel tegen dat mobiliteitsvraagstuk aan. Nogmaals, batterijen, windmolens, zonnepanelen zijn “made in China”.  De digitale revolutie (next steps) is duidelijk geland in China. Denk aan auto’s vol met wat wij maar even gadgets noemen, een enorme digitalisering /online activiteit in handelsstromen, zowel grote volumes als op retailniveau. In robotisering, telecom,mobiele communicatie etc. zijn Chinese bedrijven te vinden in de top.

Autootjes.

Ruim 40 jaar geleden trokken Europese autofabrikanten naar China op zoek naar (lokale) productiecapaciteit, grondstoffen, halffabricaten, en zekere ook een afzetmarkt. Dat is redelijk tot goed gelukt met uiteindelijk enorme productiecapaciteit daar en miljoenen auto’s die daar werden verkocht, maar daarmee is ook de afhankelijkheid toegenomen, en hebben we onszelf op relatieve achterstand gezet. China rukte op in de automotive, van klein naar groter, van basic naar luxe, van dom naar smart. En daarmee werd de positie van de Chinese fabrikanten in de eigenmarkt sterker ten koste van de Westerse merken. En kwamen/komen de auto’s nu naar de markt in het Westen en bedreigen daar dus de “traditionele” fabrikanten in hun eigen achtertuin. Premium-merken waren hier minder gevoelig voor dan de volume-merken.

Wereldspeler.

En China blijft actief met haar vleugels uit te slaan, denk aan dat Belt & Road Initiative. Inmiddels heeft China zo’n beetje het hele zuidelijke halfrond tot haar achtertuin verklaard (maar daar zijn meer kapers op de kust natuurlijk). Tegelijk zet China een voet tussen de deur aan de grenzen van Europa met samenwerking en investeringen in Midden/Oost Europa.

Kijk in de spiegel.

Goed, we kunnen blijven zoeken naar de achilleshiel van China, de zwaktes in het systeem daar. En we kunnen van alles doen om dat Chinese gevaar te keren. Het klinkt zo logisch om een beroep te doen op “fair play”, de regels van de WTO (dat moeten we blijven doen overigens). Maar wat we regelmatig vergeten is om onszelf eens goed in de spiegel aan te kijken. Europa, vooruit de EU, vertoont ook wat zwakke plekken. We zijn, in toenemende mate, verdeeld, maar prediken de eenheid. Extremisme lijkt op te rukken. De groei is er wel uit. We zijn vervuld van goede intenties met plannen, initiatieven, deals, agenda’s etc.  Maar feitelijk lopen we achter. Overigens niet alleen t.o.v. dat vermaledijde China maar ook t.o.v. de VS, althans op een aantal fronten. Qua groei, arbeidsproductiviteit, innovatie, in de digitale revolutie. Kortom, Europa staat op achterstand t.o.v. de twee grootmachten, de VS en China.  We kunnen ons beklagen over het gedrag van die 2 machten (vooral China), de agressie, de staatsbemoeienis, de staatssteun etc. En we kunnen onszelf veel sterkte wensen met de aanzwellende kracht van andere landen, denk aan bijvoorbeeld India. In de spiegel kijken is allicht een goede raad; niet omdat dat een fraai(spiegel)beeld geeft, integendeel. Maar wel om de eigen tekortkomingen, de lelijke kanten te ontdekken.

Super Mario.

Draghi (u weet nog wel, Super Mario van de ECB en ook nog premier van Italië geweest) zegt het met de van hem bekende rust, nuchterheid en klare taal (overigens niet compleet nieuw of schokkend): “The future of European Competitiveness”. Draghi legt niet het hoofd in de schoot, laat niet alle hoop varen. Hij ziet de mogelijkheden, maar ziet ook de enorme offers die Europa moet brengen, en dat gaat niet alleen over die 800 miljard per jaar die we nodig hebben om de klus te klaren. We moeten veranderen, soms inleveren, en dat doet pijn. En in dezelfde week wordt bekend dat het voornemen om in Europa een sterke batterij-industrie te vestigen, ernstig in gevaar komt. Northvolt stagneert, gaat capaciteit afbouwen, en gaat meer componenten niet zelf maken maar inkopen in…(inderdaad China en Korea) ; Powerco (=VW) en Italvolt hebben problemen ; Varta verkeert in financiële nood.

Goed bezig dus, dat Europa.

Ik begon met een Oosterse wijsheid (Confucius) en eindig ter compensatie met een Westerse (klassiek Griekse) wijsheid; “Ken uzelf”.

in een volgende blog meer over Draghi, gelijk hebben en gelijk krijgen.

Hans Groenhuijsen, 11 september 2024.

Blogs over China, EU, de EV etc. zie mijn website>blogs>Electric Vehicle: https://www.hansgroenhuijsen.nl/category/4fields/electric-vehicle/page/2/

Bron: groot aantal artikelen, zie o.a. Volkskrant 10/9/24 pp. 4/5, NRC 9/10/24 pp. 8/9

T                                     06-52 58 95 85
M                                  hans@hansgroenhuijsen.nl

I                                      https://www.hansgroenhuijsen.nl

Linkedin                      https://www.linkedin.com/in/4fieldshansgroenhuijsen/

. Alle artikelen en blogs , zie: https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/

. Wekelijks mijn blog ontvangen? Meld je aan via “aanvraag artikelen” op 
  https://www.hansgroenhuijsen.nl/inschrijven-kennisblogs/

. ©alle rechten voorbehouden Hans Groenhuijsen, 2024.