Waar gaat het heen? Van A naar B, maar waar ligt B?

Een toepasselijke vraag als het gaat over mobiliteit. Bij mobiliteit is het over het algemeen zo dat iemand zich verplaatst van A naar B.
Voor de sector als geheel is het nog de vraag waar dan dat “B” zich bevindt: waarheen zijn wij op weg als sector?
Deloitte schetst enkele mobiliteitsscenario’s op basis van de mate van autonomie van de auto en de ontwikkeling bezit/gebruik en sharing.

1. Mobiliteit heeft toekomst, maar hoe?

Deloitte stelt zichzelf 2 vragen als het gaat over mobiliteit:

  • is de auto nog langer eigendom of is “auto delen” de toekomst?
  • stuurt iemand de auto of stuurt de auto zichzelf?

De onderliggende fundamentele vraag is:

  • Is mobiliteit een kwestie van het individu met een auto die op zichzelf staat als geïsoleerd object?
  • Of is het een kwestie van de groep, van de community, met auto’s die verbonden zijn, en onderdeel vormen van een netwerk van mobiliteitsoplossingen?

Bron: Deloitte “the future of mobility”

Vervolgens is een inschatting gemaakt van de kosten per mijl. Eén blik is genoeg om te kiezen: doe maar rechtsboven, de new age of accessible autonomy, daar is de prijs het laagste. Maar het is nooit zo simpel als het lijkt.

2. vier toekomstbeelden.

Linksonder, geleidelijke verandering, is een voortzetting van de huidige situatie met wat kleine veranderingen. Eigendom blijft de standaard, de kosten zijn hoog. Het marktmodel blijft zoals het is; grote veranderingen treden niet op. Wel wordt nieuwe geavanceerde technologie geïntroduceerd, zoals de producenten altijd hebben gedaan: gefaseerd vernieuwen en daarmee altijd de consument verleiden tot aanschaf van dat laatste model.
Consumenten willen eigenlijk ook de handen aan het stuur houden, zelf in controle blijven van een auto die eigendom is.

Rechtsonder, de wereld van auto delen, levert een verschuiving op in eigendom: van bezit naar gebruik en delen, vervoer van punt naar punt, laagdrempelig. Hiermee ontstaan dan toch de eerste scheurtjes in dat oude model.
Eigendom komt wat onder druk te staan. Consumenten laten zich wat meer leiden door aspecten als gemak en lagere kosten. Tegelijkertijd is connectivity al een feit en wordt ook steeds breder geaccepteerd en gebruikt. Dat opent natuurlijk de weg naar grotere veranderingen. Deze transitie van linksonder naar rechtsonder is dus feitelijk al gaande.

De doorbraak komt vervolgens linksboven, de bestuurderloze revolutie, met de switch naar autonoom rijden. De auto is verbonden met de buitenwereld (andere auto’s, infra etc.), maar bezit is hier nog dominant.

En tot slot het beste van twee werelden, het nieuwe tijdperk van toegankelijke autonomie: grootschalig delen van auto’s, autonoom rijdende auto’s, en dit alles gebaseerd op brede servicepakketten, slimme connectivity en smart infrastructure.

3. Het blijft zoals het was.

Wat is nu waarschijnlijk? De situatie linksonder is voor velen aantrekkelijk omdat het bekend en veilig is en er niets verandert, of vrij weinig en in kleine stappen. Op termijn is het niet waarschijnlijk dat we in dit scenario blijven hangen. De technologie verandert, technologieën versterken en versnellen elkaar (elektrisch, autonoom, connected). De wereld om ons heen vraagt om oplossingen van vraagstukken zoals energietransitie, duurzaamheid en de hoge kosten van mobiliteit. En die oplossingen liggen voor een deel in de “andere” auto.

4. Consumenten veranderen, langzaam.

Consumenten veranderen langzaam maar gestaag; comfort, lagere kosten, meer flexibiliteit worden belangrijker naast plezier, het gevoel van vrijheid, de rij-ervaring, imago.
Niettemin is het mogelijk dat de consument ook met die autonome auto nog steeds kiest voor bezit. De voordelen van sharing blijven dan dus buiten bereik.
Het is en blijft de consument die uiteindelijk bepaalt, natuurlijk onder sterke invloed van technologie, de kosten van mobiliteit, de financiële en regeldruk vanuit de overheid etc.
De omslag voor de consument is ingrijpend omdat hij op 2 fronten “inlevert” en de grip verliest: hij raakt het eigendom van de auto kwijt, en hij verliest de controle over de auto; veel gevraagd dus.

5. Automakers, disruptors en consumenten samen.

De kans is aanwezig dat automakers, aanbieders van mobiliteit en consumenten elkaar vinden in de combinatie van sharing en autonoom. Dit is het scenario waar de disruptieve denkers het eigenlijk over hebben. Eigendom is uit, technologie in auto’s en op je smart phone domineren de mobiliteit. Hier ontstaan de echte mogelijkheden voor nieuwe spelers; mobiliteitsdiensten, content in de auto, experience-providers, datajongens etc.: de spelers die “the Internet of things” domineren. Zij “forceren” min of meer de snelle sprong van linksonder naar rechtsboven.

De traditionele spelers (m.n. fabrikanten) zouden wel eens moeite kunnen hebben met dit scenario en wat meer neigen naar “the driverless revolution”; daar zijn ze nog een partij van betekenis op basis van eigendom van auto’s en gefaseerde ontwikkeling van de autonome auto. In “the new age of accessible autonomy” verliezen ze terrein, tenzij fabrikanten zelf het platform worden, de mobiliteitsprovider gaan spelen en zich dus opnieuw uitvinden. Maar zoals uit dit plaatje mag blijken is het geen uitgemaakte zaak dat dit scenario binnen afzienbare tijd werkelijkheid wordt.

6. De richting is helder, de invulling nog niet.

En zo laat dit scenario-model van Deloitte zien wat scenario-studies vaak laten zien. Veel is onzeker, het kan nog alle kanten op, nieuwe variabelen en scenario’s kunnen ontstaan. De waarde ligt in het zichtbaar maken van de keuzeproblemen en de dilemma’s van de verschillende spelers: fabrikant, retailer en de consument.

7. Nieuwe marktverhoudingen.

Deloitte gaf in najaar 2016 in een update van het rapport uit 2015 aan dat ontwikkelingen sneller gaan dan verwacht. De overtuiging dat er fundamentele veranderingen aankomen was sterker geworden aldus Deloitte, maar verschil van mening was gebleven over tempo, timing en impact op bestaande business modellen. Steeds meer werd en wordt zichtbaar dat gevestigde partijen (de incumbents) en nieuwe spelers (disruptors) elkaar nodig hebben. Er ontstaan veel nieuwe partnerships en overnames zijn aan de orde van de dag; rondom technologie, hardware, software, content en entertainment, data & analytics. Hiermee wordt helder dat mobiliteit in de toekomst niet alleen kwestie is van autootjes en wat leuke gadgets, maar een nieuw ecosysteem vereist. Mobiliteit blijft een kwestie van de hardware de auto en andere transportmiddelen. Maar we hebben een slimme infrastructuur nodig rondom wegen e.d., energievoorziening en data (de digitale snelweg), we hebben andere services nodig rondom informatie en entertainment in auto’s, we moeten verkeersstromen en mobiliteitsdiensten beter gaan managen, auto’s en vloten op de weg zetten en houden.

Ik hoor het veel consumenten denken: doe mij maar al die nieuwe services, veel connectivity, de laagste prijs rechtsboven, een beetje autonoom rijden wanneer het mij uitkomt; en sharing is een leuk verhaal, maar ik wil wel de baas zijn, eigenaar dus.

november 2017.

Corwin S., Viatale J., “the future of mobility”, Deloitte university press, September 2015
https://dupress.deloitte.com/dup-us-en/focus/future-of-mobility/transportation-technology.html

Corwin S., Jameson N., “the future of mobility: what’s next”, Deloitte university press, September 2016
https://dupress.deloitte.com/dup-us-en/focus/future-of-mobility/roadmap-for-future-of-urban-mobility.html?icid=dcom_promo_featured|us;en