1. De bestelauto connected.
“Connectivity” is al heel gewoon; niemand kijkt er meer van op. Maar er is toch nog een lange weg te gaan. Voor fabrikanten en dealers is het verstandig om te kiezen; je kan het niet iedere gebruiker op elk moment naar de zin maken. LCV’s (light commercial vehicles, kleine bedrijfswagens) zouden wel eens interessant kunnen zijn: de “sweet spot in connectivity”. Er worden er jaarlijks zo’n 15 miljoen van verkocht. In veel gevallen wordt een bedrijfswagen intensiever gebruikt dan een personenwagen, en is die bedrijfswagen ook direct zakelijk nuttig; en de kosten (auto plus brandstof plus chauffeur) zijn aanzienlijk, zodat efficiënter gebruik direct leidt tot interessante besparingen. Veel van die kleine bedrijfswagens worden met name ingezet binnen de online business: kleinschalig vervoer, binnenstedelijke bestemmingen.
2. Wat kunnen OEMs doen?
Maar het is om te beginnen de vraag of fabrikanten echt maatwerk connectivity aanbieden voor de verschillende gebruikers van bedrijfswagens. Naast generieke connectiviteit die voor elke automobilist nuttig is, kan je denken aan marktspecifieke oplossingen. Pakketbezorgers hebben belang bij diensten die bijdragen aan een optimaal gebruik van de vloot, optimale toewijzing van ritten aan beschikbare voertuigen, kortste/snelste routes, optimalisering van een route langs meerdere pick up/drop off punten, lastminute toewijzing van ritten aan de dichtstbijzijnde direct beschikbare auto etc. Autoverhuurders willen de optie hebben van geofencing: de auto moet binnen een bepaald land of gebied blijven. Bij verhuur/sharing is het van belang om (op afstand) grip te houden op brandstofverbruik (signaal dat er getankt moet worden), technische staat van de auto, openen/sluiten van de auto, localisering van de auto etc. Een transportonderneming wil geholpen worden met het beheer van onderhoud en reparatie, wil perfecte instant intelligente routing en real time job sequencing (perfecte planning van stops in de juiste volgorde gegeven afstand, verkeersomstandigheden etc.).
Ten tweede kunnen fabrikanten zich afvragen of het verstandig is om met een compleet gesloten exclusieve technologie te werken (een vraag die op veel terreinen geldt overigens).
Werk je exclusief met eigen technologie of durf je het aan met een open platform te werken en externe ontwikkelaars toegang te verlenen?
Ten derde is het de vraag of je als OEM met merkspecifieke of multi-brand platforms wil werken. Veel fleet owners hebben een mix van voertuigen in hun park: meerdere merken, verschillende leeftijden etc. Het is voor deze fleet owners van belang om met platforms te kunnen werken die onafhankelijk zijn van de hardware.
Ten vierde moet de fabrikant zich afvragen waar nu het geld verdiend kan worden. Toelating van externe developers genereert een dynamische markt (in apps, software etc.) en kan dus een impuls geven aan de verkoop van jouw auto’s (hardware). Data (met alle beperkingen t.a.v. veiligheid, privacy etc.) blijven goud waard, of het nu data betreft over de auto zelf, het gebruik ervan, de gebruiker(s) etc. Groter succes tot slot in software en hardware blijft die beroemde spiraal van “schaal” activeren: meer verkoop, meer volume, betere marktpositie, efficiency, groter bereik etc.
3. Conclusie.
Het gaat over connectiviteit, technisch complex, lastig. Maar uiteindelijk gaat het heel simpel om heel basic gezond verstand: leveren wat de markt wil, wat de markt nodig heeft, wat de markt waardeert, en begrijpen dat je daarin moet differentiëren. Connectiviteit biedt in de markt voor kleine bedrijfswagens veel mogelijkheden.
maart 2018.
Bovenstaande is gebaseerd op een artikel van Boston Consulting Group, “Connected vehicles and the road to revenue”, december 2017.
Zie https://www.bcg.com/publications/2017/connected-vehicles-road-revenue.aspx