Voorjaar in de lucht en wij maar druk met problemen, strijd, spanningen, tegenstellingen. We zijn tegen, maar ook nog ergens voor ?

De jaren ’70 : wij zijn ook tegen.

Het slagveld overziend de afgelopen week, moest ik denken aan een kleine anekdote uit mijn studententijd (inderdaad : elitair, grootstedelijk, hoogopgeleid, prettig links etc.).  Er waren in die jaren ’70 regelmatig studentendemonstraties voor of tegen iets. Het hele politieke spectrum (vooral links van het midden) kwam dan voorbij : socialistisch, communistisch, kommunistisch of kommunisties,  anarchistisch, maoïstisch, leninistisch. En het ging over studie, studiefinanciering, demokraties bestuur; of over kolonialisme, Vietnam, Angola, Zuid-Afrika, emancipatie etc.

Uit alle steden kwamen dan de groepen studenten naar een gezellig punt, liepen in optocht, schreeuwden wat, droegen spandoeken met actuele toepasselijke strijdkreten, resultaat van intellectuele creativiteit en veel handvaardigheid en huisvlijt. Daar ging het meer om : de sfeer, de entourage, ideologie en symboliek, lekker en goed bezig zijn (geestelijke masturbatie, noemden we dat cynisch), het met elkaar bezig zijn (al dan niet voor een hoger doel) en een biertje (pardon, pilsje) achteraf. Vaak ging het er om vooral ergens tegen zijn, en wat waren we veel tegen. En de samenhang tussen al die dingen waar we tegen waren, waar we misschien voor waren, de oplossingen , was ver te zoeken. Delft (de techneuten met als geuzennaam “de fietsenmakers”), zo luidt de overlevering, was een uitzondering. De studentenbeweging uit Delft kwam met een bescheiden afvaardiging. Praktisch als zij waren, maakten zijn niet voor elke gelegenheid weer specifieke spandoeken. Nee, Delft had een standaard-set met universeel toepasbare spandoeken met als Tekst : “Delft is ook tegen”; dat volstond omdat alle andere steden met hun spandoeken al lieten zien wat die dag weer speerpunt, actiethema of boodschap was. Genoeg cynisme en geschiedvervalsing over die mooie Sixties en Seventies en terug naar 2023.

Een sprong van 50 jaar.

Tussen toen en nu zagen we “ons” model al zegevieren : democratisch, vrijzinnig, de markteconomie met wat correctiemechanismes, welvarend. Zendingsdrang was/is ons niet vreemd.
En er waren kleine scheurtjes in deze idylle : hier en daar een oorlog(je), terrorisme,  een enkele ramp; oh ja, en we hadden die schattige club van Rome met wat vage sombermans-voorspellingen waar het met de wereld naartoe ging. Meer en meer worden de symptomen zichtbaar van een flink probleem, of liever (helaas) een set van problemen, een samenhangend complex van problemen. Er is discussie en strijd over wat nu eigenlijk het probleem is (als er al een probleem is), welk probleem prioriteit heeft, wat oplossingen zijn, wie moet betalen/inleveren en wie de voordelen pakt. Het gaat om verantwoordelijkheid maar te vaak alleen in termen van schuld/oorzaak en minder in termen van de bijdrage aan een oplossing. We kijken teveel terug naar probleem en oorzaak en schuld, en te weinig naar toekomst en oplossing/perspectief en verantwoordelijkheid. We schieten door in een clash van ideologische scherpslijperij, vaak meer een reeks domme oneliners en jij-bakken. En het gaat weer over waar we zo ontzettend tegen zijn, waar we boos over zijn; we zijn nog steeds ver verwijderd van die ideale wereld, hebben daar trouwens ook nauwelijks een totaalbeeld van.

We zijn weer slecht in  staat om te benoemen waar het om gaat, wat ons te doen staat, rommelen wat vanuit de eigen loopgraaf  en welbegrepen eigenbelang. En weer zien we de worsteling en de onmacht : van die politiek, van de overheid; en tegelijk kijken we in een spiegel en zien net nog onze eigen onmacht, en kijken maar weer snel weg. We ontkennen gewoon de problemen en/of de urgentie om ze op te lossen.  Nog mooier : we slaan  problemen plat, versimpelen het, wijzen beschuldigend naar “de ander”, vegen het eigen straatje schoon, en gaan over tot de orde van de dag. We zien niet meer het probleem op zich, hooguit een karikatuur daarvan. En we definiëren het probleem in termen die ons goed uitkomen : wij worden niet gezien gehoord, onze belangen worden verkwanseld, de onmacht van de politiek, van de overheid, zij daar in die steden (elite, hoogopgeleid, grote mond, dominant, arrogant….) of, ach ja, dat platteland. En vervolgens hebben we het dus niet over de oplossing van het echte probleem, claimen het eigen gelijk, en blijven de spanning, de tegenstellingen, het conflict benoemen en als voedingsbodem gebruiken, daarbij uiting gevend aan gevoelens van onmacht, frustratie en diep wantrouwen.

“wij zijn ook voor…”.

We hangen een spandoek op, of een vlag. We zijn lekker bezig met rituelen samen met gelijkgestemden. We nemen een loopje met de geschiedenis, beschrijven een romantische wereld (vroeger….), en claimen de geschiedenis, de natie, en de heilige grond. Of we zoeken de toevlucht bij gestolde en achterhaalde machtsverhoudingen, bij die oude vertrouwde structuren, partijen, het middenveld, bij rituele schijnbewegingen. Wat een gedoe, wat een ellende, uitzichtloos, of toch niet ? Ik zie de ruimte, deels vanuit optimisme (naïef ?), deels omdat we wel moeten, deels door de ontwikkelingen van de afgelopen week die het allemaal moeilijk maken, maar tegelijk ook een prikkel en basis kunnen zijn voor een doorbraak; in agrarische termen: zaaien, ontkiemen, verzorgen, met rust laten, oogsten. Wat aandachtspunten:  Een begrijpelijke en zuivere definitie van het probleem, de oplossingen en keuzes daarin met enige variatie in maatregel, verdeling van lusten en lasten, en in timing; minder top down dwang en gebieden/verbieden, wat meer ruimte voor dialoog, respect en toonzetting. Nog even en dit wordt een pleidooi voor het poldermodel (een toepasselijke agrarische term trouwens),  versie 2023.

Terug naar de studentenbeweging lang geleden: de clubjes, de symboliek, “het verhaal” en de ideologie, samen en solidair. Passend in  die tijd, in de samenleving van toen; en met uiteindelijk impact ooit, ergens. Op dit moment zijn we niet veel verder dan de Delftse fietsenmakers : “wij zijn ook tegen “(daarna over tot de orde van de dag).  Wij zijn voor, nu nog even bedenken wat dan.

Uiteraard schrijf ik dit op persoonlijke titel, een paar kleine aantekeningen in de kantlijn van de actualiteit. Ik schrijf hier nog wat stukjes over de komende weken. En daarbij zal ik, hoe gek het ook klinkt, de wereld betrekken waarin ik zelf voor een belangrijk deel actief was/ben, de automotive, vooruit de mobiliteit.  Ook in die wereld zien we bijvoorbeeld rondom de elektrische auto, data en autonoom rijden voorstanders en tegenstanders, een oerwoud aan argumenten en belangen.

Hans Groenhuijsen, 20 maart 2023.

. Alle artikelen en blogs , zie: https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/

. wekelijks mijn blog ontvangen ? Meld je aan  via “aanvraag artikelen” op 
  https://www.hansgroenhuijsen.nl/inschrijven-kennisblogs/

. ©alle rechten voorbehouden Hans Groenhuijsen, 2023.

T                06-52 58 95 85
M              hans@hansgroenhuijsen.nl
I                 https://www.hansgroenhuijsen.nl
Link           https://www.linkedin.com/in/4fieldshansgroenhuijsen/

Wat andere blogs in dit kader:

https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/stikstof-ga-je-mee-trekkers-kiekn/

https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/over-autos-en-koeien-over-co2-en-n2/

https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/over-tipping-points-en-kantelpunten-droom-of-nachtmerrie/

 https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/overheid-en-markt-daar-moeten-we-het-maar-mee-doen/

https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/panacee-all-in-one-solution/

https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/to-grow-or-not-to-grow-that-is-the-question/

https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/probleem-en-systeem-oplossing-en-verlossing/

https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/over-klimaatprofeten-doemdenkers-dagdromers-believers-en-ontkenners/