De synergie-vraag; echt waar: het woord “synergie” werd op een goed moment zoveel gebruikt (en vaak misplaatst) dat in sommige bedrijven het woord in de ban werd gedaan. Het woord mocht niet meer worden gebruikt zodat al snel cryptische verwijzingen ontstonden. Het woord “Synergie” werd dan ook vaak afgekort als the “S-word” , soms ook genoemd : the dirty S-word of the f…ing S-word.
Wat is dat dan eigenlijk ?
De term wordt, alweer, te pas en te onpas gebruikt. Het kan verwijzen naar samenhang, naar schaalvoordeel, naar de bekende “1+1 = 3” , het geheel is meer dan de som der delen etc. Het is een magische term rondom reorganisaties en stroomlijning, fusies en overnames, integratieprocessen, (de)centralisatievraagstukken. Het kan betrekking hebben op mensen, op kennis en “embedded knowledge”, op producten en markten resp. de combinaties daarvan, op voor/achterwaartse integraties. Bij interne efficiency liggen schaalvergroting/economies of scale voor de hand. Bij effectiviteit kan je denken aan het scheppen van randvoorwaarden om uiteindelijk de klant goed te kunnen bedienen (logischerwijs vaak in een sterke samenhang met efficiency).
Externe efficiency kan betrekking hebben op het efficiënt vormgeven van logistiek, distributie, en verkoopkanalen. Externe effectiviteit heeft betrekking op het uiteindelijk leveren van het product of de dienst op een wijze en met en toegevoegde waarde die spoort met de klantvraag. Het creёren van een sterke relatie met markt en klant, het waarborgen van klantloyaliteit, behoren hier duidelijk toe. Een voorbeeld is Philips en een bekend citaat van Cor Boonstra kort na zijn aantreden: Philips oogt als een bord spaghetti en wil er een schaal met asperges van maken. Ofwel: de organisatie is een kluwen, een rommeltje, er is teveel centralisatie en coördinatie en gepraat over synergie. We gaan stroomlijnen, meer decentraal, keurig opgelijnde meer onafhankelijk opererende bedrijven. We zijn inmiddels gewend aan de beeldspraak maar het is eigenlijk een merkwaardige culinair getinte beeldspraak die ook nog eens de werkelijkheid slechts ten dele dekt. Maar dan: Kleisterlee verschijnt aan de start en constateert dat er teveel eilandgedrag is, gewerkt wordt met een te beperkte focus, dat er meer synergie behaald kan en moet worden, en dat het bedrijf/ de bedrijfsonderdelen meer als een team moeten gaan opereren. Alweer de balans tussen in dit geval autonomie en integratie.
Hans Groenhuijsen, april 2015