Subsidies stinken niet, auto’s wel. De elektrische auto is al jaren omgeven met subsidiestromen. Wat kunnen we leren voor de toekomst? De Romeinse keizer Vespasianus  stelde ooit een belasting in op openbare toiletten. Critici vonden dit maar een smerig idee, waarop Vespasianus zo ongeveer zei: toiletten stinken, geld (pecunia dus) stinkt niet. Daar zitten we dan met walmende en stinkende auto’s en ook hier gold (en geldt) dat auto’s misschien stinken, maar geld dus niet. Dat gaat veranderen. Althans, stinkende auto’s gaan tot het verleden behoren, weg ermee. En als het goed is, gaat er ook gewoon geld verdiend worden met de elektrische auto. In de aanloop is daarvoor nog wel wat subsidie nodig. Geld stinkt misschien niet maar subsidie stinkt zeker niet, althans voor de ontvangende partij. Eerst maar eens kijken naar wat feiten, en naar het verschijnsel subsidie in het algemeen.

1.       Feiten en alternative facts.

In de oude situatie leek het wel continu 5 december zou je kunnen zeggen. Wiebes sprak over 6,4 miljard aan subsidies en fiscale voordelen die in de markt zijn gepompt; mijn veronderstelling is, dat dit bedrag een stuk lager lag, maar toch : heel veel geld. Ook in  de nieuwe situatie gaat de subsidie rijkelijk vloeien. Omtzigt van het CDA heeft het kabinet  en vooral de ambtenaren al met het nodige huiswerk opgezadeld, 39 vragen slechts. Uit de vragen blijkt al dat er op allerlei punten vermoedens bestaan dat de beoogde subsidieregelingen nog wel wat huiswerk vereisen. Er klinkt flinke twijfel door over de effectiviteit van de regeling. Omtzigt voert o.a. de beroemde Tesla model S (P 90) op en berekent op de rand van de krant dat daar mogelijk zo’n 70.000 euro aan voordelen wegstroomt in 5 jaar tijd. Ik maak een sommetje op de achterkant van de spreekwoordelijke sigarendoos en zie vooral als grote post de lagere bijtelling in die 5 jaar ter waarde van 45.000 euro (bij een bijtelling van 22% 28.600 per jaar en 143.000 in 5 jaar; bij een getrapte bijtelling 19.600 per jaar en 98.000 over 5 jaar). Hier is overigens wel een correctie wel op zijn plaats. Er is maar beperkt sprake van een substitutie-effect.  Een voorbeeld verduidelijkt dit: Neem weer even die Tesla van 130.000,-. Als alle voordelen wegvallen, dan kan je gerust van een dure auto spreken. Alleen al de bijtelling ligt dan ergens bruto rond de 29.000 euro per jaar bij 22% ; bij 4% over het totaal is de bijtelling slechts 5200 euro, en bij de getrapte regeling zoals die nu voorligt (4% over 50.000 en 22% over het meerdere)  19.600 euro per jaar. Bij een looptijd van 5 jaar ontstaat met alle voordelen opgeteld een voordeel van rond de 70.000,- zo veronderstelt Omtzigt.  Een redenering (deels fout vind ik) is dat de overheid dan dus 70.000 euro weggeeft. In de praktijk echter zal degene die deze Tesla gaat rijden, bij het wegvallen van alle voordelen niet meer kiezen voor een auto van 130.000,- maar voor een goedkopere auto. Niet zozeer de bruto prijs van de auto is relevant, of zelfs de kortingen en fiscale voordelen, maar de netto-kosten inclusief het inkomenseffect. Dan is er dus voor de overheid geen sprake van een inkomstenderving van 70.000 maar (aanzienlijk) minder.

2.       Waarom geven we subsidies?

De vraag is simpel, het antwoord vaak lastig. Ik noem een paar redenen. We gebruiken subsidies om een ontwikkeling in de gewenste richting te sturen , en passant minder gewenste ontwikkelingen afremmend. Dit kan door de vraagkant te stimuleren, de consument dus. En het kan via de aanbodkant: productie stimuleren, innovatie en onderzoek pushen etc. We gebruiken subsidies om (ongewenste) ongelijkheden op te heffen tussen bevolkingsgroepen, inkomensgroepen etc. Een overheid kan via subsidies een beweging in gang zetten of versterken welke niet via de gewone markt tot stand komt en kans van overleven heeft. Achterliggend kunnen allerlei motieven een rol spelen. Positief denkend kan het gaan om het bouwen van een betere wereld (stad, dorp), meer rechtvaardigheid, herverdeling van inkomen en geldstromen en van kansen. Wat slechter denkend, kunnen engere politieke overwegingen een rol spelen: het winnen van de kiezersgunst, “uitruil” van subsidies tegen politieke steun, versterking van eigen imago en window dressing  met overheidsgeld, “smeermiddel” in de politiek en binnen politiek-bestuurlijke verhoudingen (bijvoorbeeld een coalitie), een redelijk soepel  beleidsinstrument (tegenover de vaak lastige instrumenten van wet- en regelgeving).

3.       Wat zijn de effecten van subsidies?

In algemene zin is het lastig om iets te zeggen over de effectiviteit (leidt subsidie tot de gewenste uitkomst) en efficiency (de organisatie rondom uitvoering, controle etc.). Mijn indruk is dat doelen en criteria niet altijd even scherp zijn geformuleerd. Looptijd is niet altijd duidelijk of wordt redelijk soepel verlengd. De kosten kunnen hoger oplopen dan aanvankelijk begroot. Vaak is op voorhand en tijdens de uitvoering er weinig zicht op neveneffecten. Dat kunnen positieve neveneffecten zijn maar ook ongewenste effecten. Denk bijvoorbeeld aan:

  • het ontstaan van ongelijkheid (wie wel, wie niet)
  • het (in ongewenste mate) beïnvloeden van concurrentie
  • het sturen en steunen van de ene ontwikkeling ten koste van een andere (wellicht ook gewenste) ontwikkeling
  • indirecte subsidiestromen naar derde partijen (bijvoorbeeld producenten)
  • te weinig of geen samenhang met de relevante context en met andere subsidies/wetten/regels
  • het gewenste doel is/wordt bereikt maar daar was de subsidie niet voor nodig. Dit wordt wel het “free rider” effect genoemd: iemand die subsidie ontvangt had de aanschaf sowieso gedaan, ook zonder subsidie.

4.       Conclusie.

Subsidies zijn prima en kunnen een hoger doel dienen. Maar het is goed om een subsidieregeling goed tegen het licht te houden  met oog voor:

  • ongewenste neveneffecten
  • verkeerde aannames
  • doelen en beoogde effecten (inclusief een periodieke check daarop en op de kosten, en mogelijkheden tot tussentijdse aanpassing of zelfs stopzetting).

Omtzigt krijgt half januari zijn antwoorden; ik ben benieuwd. Volgende week een column waarin ik nader in ga op oude en nieuwe subsidieregelingen voor de elektrische auto.

januari 2019.

Voor al mijn columns en blogs, zie mijn website  https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/