Voorspellen is een kunst.
Er waren tijden dat je als voorspeller op handen werd gedragen; jou werden mysterieuze en bovennatuurlijke gaven toegeschreven, je kreeg een religieuze status. Je werd eindeloos geraadpleegd door koningen, keizers, generaals, door het volk. Je deed je best als voorspeller, vertelde wat je dacht dat zou gaan gebeuren, of je vertelde wat er op dat moment gebeurde (maar je toehoorders wisten dat nog niet dus vandaar dat ze jou een helderziende of voorspeller vonden). Vaak vertelde je als voorspeller wat het volk of de koning etc. graag wilde horen, of je sprak in cryptische termen, voor meerdere uitleg vatbaar. Je hanteerde beeldspraken, de analogie (wat gebeurde er in een vergelijkbare situatie in het verleden). Als je pech had, kostte het je kop, ging je op de brandstapel, of omdat je gelijk had, of juist omdat je onzin had verkocht. Goed, nu de klimaatprofeten, vooral die in de afgelopen 50 jaar.
De Club van Rome.
De Club van Rome kan je als profeet, als voorspeller zien. Maar ze ontleenden hun betoog en waarschuwingen niet aan de ouderwetse glazen bol, tarotkaarten, vuurstokjes of het bekijken van de ingewanden van een offerdier. Ze zagen ontwikkelingen, ze combineerden data, en waarschuwden.
Daarna zijn er veel publicaties geweest waarin deze Club enigszins in de verdachtenbank werd geplaatst. Het was niet wetenschappelijk, er was sprake van vooringenomenheid (bewijs zoeken voor wat je op voorhand al vindt), een (te) grote dosis somberheid, een onderschatting van de veerkracht van de wereld en de mens en de economie en de technologie etc.
Maar van achteren kijk je een koe in de kont. Achteraf kan je zeggen dat ze, die Club van Rome dus, er nogal eens naast zaten. Het signaal was er dat er grenzen aan de groei waren (en zijn), en kennelijk viel dit verhaal in de maatschappelijke context van de eind jaren ’60 in goede aarde. We mogen van geluk spreken dat dit niet een self-fulfilling prophecy is geworden, een voorspelling komt uit omdat die is gedaan, zeg maar. Daar tegenover staat de self-denying prophecy ; een voorspelling komt niet uit, omdat die is gedaan, de waarschuwing is ter harte genomen, en men verandert het gedrag dienovereenkomstig.
De wereld ging niet ten onder.
Hier komen we op glad ijs. De catastrofe zoals voorspeld door de Club is uitgebleven, althans tot nu toe. Is dat te danken aan de aanpassingen in ons gedrag, hebben we de economie compleet anders ingericht ? Zijn we minder gaan consumeren ? Of zijn het juist de economische groei, ons optimisme en ons vertrouwen in de vooruitgang die een ramp hebben voorkomen en zelfs hebben geleid tot een aanzienlijk betere wereld dan 50 jaar geleden ? Dit is maar de vraag. Je kunt op allerlei manieren meten, allerlei cijfers en trends presenteren. De groei in allerlei opzichten is onmiskenbaar, maar de vraag blijft ten koste van wat. Je kunt eindeloos meten en sommetjes maken die het bewijs moeten leveren, maar ook nu (evenals destijds bij de Rome Club) is er het gevaar van vooringenomenheid; Ik draag alleen die cijfers aan die het eigen gelijk van de vooraf ingenomen positie onderbouwen. Heel veel wat meetbaar is meet ik niet. En heel veel is gewoon niet meetbaar.
De aanhangers van de markt, de groei etc. (zo noem ik ze maar even kort door de bocht) geloven heilig in ”meten is weten”, een geloofsartikel juist in dat denkraam. Veel doemscenario’s en onheilstijdingen bevatten onzin, zijn gekleurd door vooringenomen soms benepen ideologie, door doemdenken en azijnpisserij. Maar ook zitten er serieuze berekeningen in, scenario’s, onderbouwde aannames, is er oog voor wat niet direct meetbaar is als een economisch goed. In de platgeslagen economie heeft alles een prijs, maar door daar alleen naar te kijken, blijft buiten beeld wat de waarde van iets is. Terugkijkend naar de Club van Rome heb je nu eenmaal de zekerheden van de sommetjes. Vooruitkijkend naar 2030 of 2050 of 2100 heb je de hoge mate van onzekerheid die nu eenmaal aan de toekomst kleeft. De complexiteit, de samenhang der dingen, de chaos, het toeval, de onberekenbaarheid van de mens zelf, zijn daar debet aan. Kijkend naar de trends over de afgelopen decennia, kijkend naar de actuele cijfers (IPCC e.a.), kijkend naar het exponentiele karakter in bepaalde ontwikkelingen (en zelfs de onomkeerbaarheid voorbij een bepaald punt), geven reden tot zorg, zijn aanleiding voor actie.
De kracht van een verhaal zit niet alleen in de 100% juistheid van de voorspelling, het gelijk achteraf, of de 100% waterdichtheid van de oplossing voor een gesignaleerd probleem. Het ontbreken van een groot(s) plan is geen teken op zich dat een verhaal zonder betekenis is. De kracht zit ook in de wijze waarop en de mate waarin een signaal wordt afgegeven, beïnvloeding plaats vindt, mensen aan het denken worden gezet, wellicht in actie komen. Wel zo prettig natuurlijk als hier geen al te grote onzin wordt uitgekraamd; wat we inmiddels alternatieve waarheid of fake news zijn gaan noemen. De waarde van het verhaal van de Club van Rome moet niet zozeer met de kennis van nu alsnog worden beoordeeld op de juistheid van de voorspelling 50 jaar geleden. Maar meer op de impact die het heeft gehad, de signaalfunctie, het tegendraadse van die wilde sixties en seventies. Ontkenners van de klimaatproblematiek gebruiken, volstrekt ten onrechte, de (zogenaamd) foute voorspellingen van de Club van Rome als bewijs dat ook nu alle voorspellingen/prognoses onzin zijn. Inhoudelijk en logischerwijs onzinnig.
De kracht van het klimaatverhaal.
Wat is dan de kracht van een verhaal, althans rondom het onderwerp in dit geval : Klimaat ? Het moet een duidelijk verhaal, een duidelijke boodschap bevatten, het moet een notie geven van een probleem of vraag, of in een positieve versie daarvan een notie van een oplossing, van een antwoord. Het moet geloofwaardig zijn, het moet enige urgentie uitstralen, zonder overrompelend te worden en bedreigend. Het moet mensen ruimte geven maar geen eindeloze vluchtroutes etc. Optimisme is prima en wenselijk, maar zonder vrijblijvendheid, blind vertrouwen in de toekomst en/of in technologie en de bekende statement “we’ll cross that bridge when we get to it”. De “deus ex machina” bestaat wel in een toneelstuk of opera, maar niet in de echte wereld.
Terug naar de Rome Club. Hun verhaal was allicht gekleurd, tendentieus, matig onderbouwd en met de wijsheid achteraf niet altijd juist, en zonder een plan. Maar het gaf wel een impuls aan discussie, passend in het tijdsbeeld van de eind jaren ’60 en begin jaren ’70, het creëerde bewustzijn, en heeft zonder twijfel de aanzet gegeven tot veel verbeteringen vanaf 1970 (nog veel te weinig zeg je nu terugkijkend). Het ontbreken van masterplannen, stappenplannen, spoorboekjes, akkoorden, verklaringen en wat dies meer zij maakte het rapport van de Club van Rome niet als zodanig waardeloos. De kritiek richt zich op het feit/de veronderstelling dat het ontbreken van het Grote Plan het verhaal van de Club van Rome volledig ontkracht. Aan de andere kant wordt vervolgens juist geponeerd dat de wereld zonder dat plan toch in staat is gebleken tot het doen van goede werken : stop afbraak van de ozonlaag, vervuiling van rivieren, meer recycling, bouw een elektrische auto, maak zonnepanelen etc. Mensen (en bedrijven en politiek) hadden en hebben die papierwinkel maar zeer ten dele nodig om in beweging te komen, om een beetje het goede te doen; gedreven door ideologie, door eigenbelang, door winst, door een goed gevoel, door betrokkenheid bij deze wereld. Het zijn niet (alleen) de systemen en plannen die het verschil maken, het is en blijft mensenwerk. Overigens is het juist wel hebben van al die plannen etc. geen enkele garantie dat we daarmee in beweging komen en de juiste dingen doen.
Klimaat en ideologie.
Critici van de Club van Rome en van recente publicaties over degrowth, nulgroei, resets etc. hebben, zo lijkt het, moeite met het (veronderstelde) hoog- ideologische gehalte van al die beschouwingen. Vooral door de associatie wellicht met revolutie, de macht aan de staat c.q. politiek, of juist aan de markt of het grootkapitaal, de grote alomvattende plannen. Sommige critici zien een directe oorzakelijke relatie tussen de problemen nu en de ingebakken destructieve werking van die neoliberale markt. Andere critici worden verblind door het eigen geloof in de heilzame werking van die markt, welk geloofsartikel (ten onrechte) 1 op 1 wordt gelijk gesteld aan andere waarden zoals democratie en vrijheid, en laten we dan ook maar gelijkheid en broederschap meenemen; een precair onderwerp in de constellatie waarin de wereld zich momenteel bevindt.
De roep om innovatie klinkt telkens, en vooral het geloof daarin als de alles-oplosser. Innovatie is belangrijk, niemand zal dat ontkennen. De discussie ontstaat over de aard en richting van die innovatie. Is die gericht op verbetering van het bestaande, op fundamenteel nieuwe oplossingen, op die bekende splitsing : veranderingen BINNEN het systeem of verandering VAN het systeem ? Bedrijfsleven en overheid hebben hierin een taak. En vervolgens is er de vraag wie dan die innovatie voor zijn rekening neemt, richting geeft ? De “marktdenkers” vinden dat de markt dit moet doen (met een faciliterende overheid). De complexiteit van de vraagstukken die we mogen oplossen, vraagt om wat meer dan dat. Het marktmechanisme alleen geeft onvoldoende houvast voor de juiste antwoorden en afweging van een breed scala aan belangen. En tot slot is er de nuancering dat innovatie en technologie niet een panacee vormen, niet alles (adequaat en tijdig) en automatisch oplossen. Technologie als alleskunner vormt een gevaarlijke gedachte omdat die kan leiden tot de valse conclusie dat we gewoon door kunnen gaan met hoe we het tot nu toe doen omdat de redding (technologie) nabij is.
De grote verhalen van nu mogen en moeten onderdeel worden van het debat. Zelfs als ze sterk ideologisch gekleurd zijn, tendentieus, en zwak in de onderbouwing. Ideeën kunnen waardevol zijn, scherpte in de discussie brengen, tot een betere afweging leiden van plannen, van de voors en tegens, bijdragen aan draagvlak, aan urgentie, aan actie.
Voorspellen zijn we misschien slecht in, in actie komen gaat ons beter af, hoop ik.
Hans Groenhuijsen, 20 mei 2022.
Dit artikel is o.a. geschreven naar aanleiding van een artikel van Maarten Boudry (Elsevier Weekblad maart 2022) “Waarom de Club van Rome nog steeds ongelijk heeft”.
. Eerdere blogs over klimaat : https://www.hansgroenhuijsen.nl/category/4fields/de-toekomst-een-betere-wereld
. Alle artikelen en blogs , zie: https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/
. wekelijks mijn blog ontvangen ? Meld je aan via “aanvraag artikelen” op
https://www.hansgroenhuijsen.nl/inschrijven-kennisblogs/
. ©alle rechten voorbehouden Hans Groenhuijsen, 2022.
T 06-52 58 95 85
M hans@hansgroenhuijsen.nl
I https://www.hansgroenhuijsen.nl
Link https://www.linkedin.com/in/4fieldshansgroenhuijsen/