Omschrijving van de publicatie: “Nederland als EV Gidsland”

Hans GroenhuijsenIn de discussies rondom de elektrische auto wordt regelmatig de discussie gevoerd welk land nu bij uitstek in een positie is om een voortrekkersrol te gaan vervullen. Nederland, van oudsher een zendingsland pur sang, zou dit prima kunnen. Zo vinden we althans in Nederland.

Column Groenhuijsen – Nederland als EV-gidsland
In de discussies rondom de elektrische auto wordt regelmatig de discussie gevoerd welk land nu bij uitstek in een positie is om een voortrekkersrol te gaan vervullen. Nederland, van oudsher een zendingsland pur sang, zou dit prima kunnen. Zo vinden we althans in Nederland.

De argumenten op een rij:

1. We hebben oog voor innovatieve projecten.
Voor een deel waar, zeker in de automotive. Het Innovatieplatform onder leiding van Alexander Rinnooy Kan publiceerde echter nog dit jaar een rapport waarin wordt gewaarschuwd voor sterk achterblijvende investeringen in R&D, met name in kennisstructuur. De overheid stimuleert innovatie vooral met symboolpolitiek. Voor EV-initiatieven is 65 miljoen euro vrijgemaakt. Geen bedrag waarmee je potten breekt, als je het afzet tegen het financiële geweld van de USA of China. Het geld wordt ook vooral besteed aan institutionele zaken als proeftuinen, evaluaties, onderzoek en draagvlak.

2. We hebben een sterke industrie.
In de automotive praten we over een respectabele sector met zo’n 40 duizend arbeidsplaatsen, vooral in Brabant en Limburg. Een industrie die voor een belangrijk deel toeleverancier is van de auto-industrie. Deze leveranciers worden door autofabrikanten steeds meer en in een steeds eerder stadium betrokken bij ontwerp en ontwikkeling van auto’s. Hierdoor zijn deze ondernemingen wel extreem gevoelig voor de dalende volumes bij deze opdrachtgevers.
Nederland leent zich wel voor de totstandkoming van die veelgenoemde nieuwe bedrijfskolom, naast de klassieke automotive bedrijfskolom: nieuwe spelers, een nieuw business model, rondom die elektrische auto.

3. Onze geografie is geschikt voor de EV.
Ruimtebeslag wordt minder (er kan dichter bij wegen worden gebouwd en gewoond), en de rijafstanden zijn kort (veel woon-werk, naar de super, de school, de crèche): dit past uitstekend bij de nog steeds kleine actieradius van de gemiddelde batterij. Waar, maar andere landen laten vaak exact een zelfde beeld zien. Weliswaar niet voor het totale oppervlak van het land, maar wel voor grote agglomeraties (Tokio 36 miljoen mensen/13.500 km2, Los Angeles 10 miljoen/12.000 km2, Shanghai 17 miljoen/6.000 km2, Nederland 17 miljoen 41.500 km2).

4. We zijn geen autoproducerend land.
In autoproducerende landen gaat een groot deel van het overheidsgeld naar de oude (slechte) industrie in plaats van naar veelbelovende toekomstgerichte bedrijven. Ook het afgelopen jaar hebben we kunnen zien hoe eigenbelang, protectionisme en staatssteun in autoproducerende landen de kop opstaken. En de auto-industrie heeft voor de zoveelste keer laten zien met de rug naar de markt en samenleving te staan; ze zal ook nu weer vooral met de mond belijden een groene koers te gaan varen. Want feitelijk zitten ze vast aan staal, olie en rubber. Ze zullen dus niet, of met grote vertraging, gaan vernieuwen.

Maar landen met een grote auto-industrie beschikken wel over een enorme infrastructuur van productiefaciliteiten, toeleveringsindustrie en kennis. Overheden in die landen zullen naast hun kortzichtige industriepolitiek ook investeren in nieuwe technologie. Die klassieke infrastructuur plus investeringen in nieuwe technologie en vraagstimulering kunnen pas echt een vliegwieleffect op gang brengen. Denk aan de Japanse auto-industrie: zo’n 100 jaar oud, maar vooraanstaand op het gebied van elektrische aandrijving.

Tot slot: Koopman en dominee.
Nederland heeft ongetwijfeld een aantal eigenschappen die de opbouw van een vooraanstaande positie rondom de EV kunnen helpen. Maar bescheidenheid en realiteitszin zijn op hun plaats. Al vaker is gebleken dat zendingsdrang en de opgeheven vinger contraproductief kunnen werken. Je hebt misschien gelijk maar je krijgt het niet. Nederland zou er goed aan doen om in haar favoriete rollen, de koopman en de dominee, het accent iets meer te verleggen naar de koopmanspositie. Evangelisatie rondom de elektrische auto volgt dan wellicht later.

Hans Groenhuijsen, organisatie-adviseur
November 2009

 

>>> Lees hier de column op “Automotive Management”