We hebben mobiliteit en we hebben klimaat. Gaat de markt dit een beetje regelen?

1.       De markt.

Natuurlijk is er een vrije markt zult u zeggen. Maar het is de vraag of die markt dan goed werkt.
Nee dus, in ieder geval niet perfect.

De markt is moeilijk in staat om een juiste balans te vinden tussen wat goed is voor het individu en wat goed is voor het collectief, de balans tussen korte en lange termijn.

Autofabrikanten willen wel veranderen maar vooral op een manier en in een tempo dat voor hen ideaal is (vanuit productiecapaciteit,  investeringsruimte, concurrentie, het commerciële belang om innovaties gedoseerd in stapjes te brengen, dynamiek in pricing). Creatief rekenen bleek enkele jaren geleden te zijn ontwikkeld tot dominante vaardigheid.

De retail wil gewoon verkopen, laverend tussen wat de fabrikant biedt, de markt wil (of gaat willen), de overheid. Het gaat om aantallen, marges, cross/up selling, aftersales, financiële diensten. En dat alles vanuit een business model dat zijn langste tijd gehad heeft.

De overheid is vaak verre van neutraal en worstelt met haar taak als hoeder van het algemeen belang enerzijds en  politieke korte termijn overwegingen anderzijds.  Beleid wordt gemaakt in de waan van de dag, veel wisselingen en onduidelijkheden en vooral onzekerheid voor de markt zijn het gevolg.

Dan de consument. Terecht of niet, mobiliteit per auto wordt gezien als een kwestie van bewegingsvrijheid (hoezo files), als een grondrecht, als een manier om je te onderscheiden en imago te koesteren. Die auto is niet alleen een kwestie van gedrag en gewenning, maar zit diep verankerd in ons brein; verandering is dan lastig.
En natuurlijk is die auto onmisbaar in het sociale en economische verkeer. Van een “mobiliteitsmarkt” is dan maar zeer beperkt sprake. Mobiliteit moet hoe dan ook, en andere alternatieven (modaliteiten) staan op achterstand, en worden gezien als het mindere alternatief, als een aanvullende oplossing soms.

En die consument (en kiezer) komt in opstand bij teveel verboden, teveel betutteling, teveel verandering. Hij wil wel wat veranderen maar vindt dat hij meer doet dan de rest van de wereld.
Geconfronteerd met mensen die meer doen dan hijzelf, volgen de boosheid en ontkenning.

 

2.       En dan is daar het klimaatakkoord.

Zo’n akkoord vloekt bijna per definitie met het begrip vrije markt. Alle partijen die er toe denken te doen op die markt, schuiven aan en gaan de markt reguleren, of proberen op zijn minst de zaak wat naar hun hand te zetten. Standpunten die daarbij worden ingenomen, zijn bepaald door een mooi overkoepelend adagium (de betere wereld, minder emissie….), en de wens om eigen standpunten door te drukken en vooral eigenbelang te dienen (de achterban, de leden).

En het werkt goed om, al dan niet gemeend, jezelf op te werpen als de hoeder van het grotere belang met een beroep op de samenleving, de gewone hardwerkende Nederlander, en zijn portemonnee. Veel spin doctoring, mooie verhalen, imago bouwen, een beetje maatschappelijk gewenste tekst en “greenwashing”.

Met de maatregelen (althans de voornemens om misschien….)  gaat die vrije markt verder onderuit.
De gereedschapskist gaat leeg: veel overleg en veel beleid, verboden en geboden, stimuleren en afremmen, belonen en subsidiëren,  straffen en belasting of boetes heffen. En tegelijk gaan de scherpe kantjes er wel af.

Goed, je kan dus zeggen dat hier de vrije markt (alsof dat trouwens een boven alle twijfel verheven zegening is) onderuit gaat, dat de overheid zich ontwikkelt tot (neutrale) marktmeester en verder tot een rol als market maker of, wat negatiever, tot bemoeial en verstoorder van de markt. Maar je kan ook zeggen dat de overheid (de politiek) zich een rol aanmeet waarin zij verantwoordelijkheid neemt voor moeilijke kwesties als het klimaat.
Met nogmaals veel opportunisme en gerommel, kortzichtigheid, gebrek aan lef. En met allerlei argumenten buiten de directe klimaatcontext maar wel belangrijk; denk aan inkomenspolitiek, begrotingsbeleid en werkgelegenheid.

De overheid kan zijn lol op. Veel vragen, veel onzekerheden. Enerzijds weerspiegelt het klimaatakkoord die onzekerheid en onrust, anderzijds lijkt den Haag nu op weg naar een wat meer lange termijn consistente gedragslijn.

Ik blijf een optimist.

Hans Groenhuijsen, juli 2019.

 

Zie ook:

Een waarheid als een koe: het klimaat heeft altijd gelijk.

Het klimaat: de stip op de horizon.

Klimaat: kosten, investeringen of verzekeringspremie?

Het klimaatakkoord: Prinsjesdag in de polder

Het klimaatakkoord: zoek de balans

Het klimaatakkoord