Deel 7 Corona : It’s the economy, stupid.

1. Een gezonde economie ?

Met de Corona pandemie kwam binnen no time de economie om de hoek kijken, logisch natuurlijk. In de Clinton campagne kwam die mooie oneliner al voorbij : it’s the economy, stupid. In veel landen werd onder grote tijdsdruk een pakket maatregelen gelanceerd om het virus te bestrijden en grote en blijvende economische schade te beperken. We hadden even geen tijd om daar nog eens gezellig allerlei belangengroepen, lobbyisten, en (quasi)deskundigen (nou vooruit, een paar) overheen te laten plassen.
De heldhaftige kreten waren niet van de lucht. “Ik val aan, volg mij”, we zijn in oorlog, we staan voor de grootste crisis ooit,… etc. We hoorden Trump, Macron, Johnson en ook onze eigen Rutte, die er dan nog wel een mooie verpakking en strik omheen deed met oproepen richting “samen” en solidariteit, naar elkaar omkijken etc. (je zou bijna denken dat we Joop den Uyl hoorden).
Het werd al snel als onbetamelijk ervaren om te suggereren dat er sprake was en is van gezondheid en economie; dat we op zoek zijn naar een goede balans tussen gezondheidszorg en de kosten daarvan en de “hinder” die we ondervinden enerzijds, en de harde economische realiteit anderzijds.
Gezondheid en zorg zijn belangrijk en kregen van het kabinet dan ook met stip de eerste plaats.  Dat klinkt mooi en nobel, maar er valt wel iets op af te dingen.
. ook met een zware economische recessie of zelfs depressie is de schade aan gezondheid (lichamelijk en geestelijk) aanzienlijk.
. terwijl we die zorg voorrang geven, zijn we de economie (en terecht) aan het stutten.
. de kunst is niet om of de zorg of de economie voorrang te geven maar te komen tot een faire afweging van belangen (ook al verpak je dat vervolgens in mooie politieke statements).
. het is opvallend hoe, vaak impliciet, voor de zoveelste keer “de economie” wordt neergezet als een soort abstractie, als een ding buiten onszelf, door velen geassocieerd met allerlei uitwassen (de    graaiers, de narcisten, egoïsme etc.). De economie (het Griekse woord zegt het eigenlijk al), dat zijn we zelf. Gezondheid en zorg zijn daar ideologisch, en vanuit kosten en baten, een onderdeel     van.
. het is ook (of juist) in deze barre tijden goed om na te denken over die balans, over nut/noodzaak/effectiviteit van maatregelen (dus ook de kosten en de baten), over alternatieve aanwending (je    kan een euro maar eenmaal uitgeven). Kritiek en discussie zijn goed, zonder te vervallen in een “bijltjesdag” waarbij degenen die de beslissingen nemen op basis van wijsheid achteraf worden    neergesabeld.

2. Wat zijn we dan aan het doen ?

Ik ga niet het hele arsenaal aan maatregelen opsommen, wat die maatregelen kosten, hoe we dit allemaal financieren etc. We bieden bedrijven steun als overbrugging in de loonkosten, ter compensatie van de terugval in omzet. De fiscus biedt uitstel van betaling van belastingen (maar die blauwe envelop gaat komen dus). Banken bieden uitstel van betaling en verschaffen leningen (waarbij de staat rugdekking geeft). We ondersteunen specifieke sectoren die een systeemfunctie vervullen in de economie. We investeren in zorg (mensen en middelen), helpen het MKB en de kleine zelfstandige.

3. Voor wie en waarom ?

Aan wie wordt steun geboden ? het is de tijd van de grote gebaren en van gas geven. Steun gaat naar bedrijven in alle soorten en maten, zelfstandig en kleinbedrijf en grotere ondernemingen. Met het idee dat bedrijven die (kort geleden) nog levensvatbaar waren, door een tijdelijke dip te helpen. Daarmee wordt werkgelegenheid behouden, en wordt een kettingreactie van faillissementen vermeden; we houden de economische structuur goeddeels overeind. Vraag is hoe lang dit moet gaan duren en wat dit mag en kan gaan kosten. Naarmate deze crisis langer aanhoudt, krimpt het aantal nog levensvatbare bedrijven, en wordt het continueren van grootschalige steun wel een issue; waar dat kantelpunt ligt, is niet zo duidelijk, maar de grens van 6 maanden wordt regelmatig genoemd.

4. De meetlat.

Accepterend dat deze hulp snel moest worden geboden, blijft de vraag wanneer en hoe een nadere toetsing plaats vindt over de juistheid van de toegekende hulp, en vooral ook de rechtvaardiging daarvan (hetgeen een meer politiek en ideologisch oordeel impliceert). Te denken valt aan de inmiddels bekende trits van bedenkingen: (hoge) dividenden in recent verleden en in nabije toekomst, hoge bonussen, inkoopprogramma’s van eigen aandelen, (milde) vormen van belastingontwijking, grote schuldenlasten bij ondernemingen naar binnen schuiven, geen of weinig performance als het gaat om vergroening, klimaat, MVO. Wat wordt de meetlat en wie gebruikt hem, wat worden de normen ? Het is bijna onwerkbaar om elke onderneming individueel te beoordelen, maar het is aan de andere kant lastig te verkopen dat bedrijven die “slecht” presteren worden gesteund zonder voorwaarden, waarbij de rekening wordt gepresenteerd aan de “hardwerkende Nederlander” (ook al kunnen we ons voorlopig suf lenen tegen nul % rente).

5. Solidair ?

Een vergelijking dringt zich op met de EU-discussies. In deze barre tijden vragen de zuidelijke landen om solidariteit, om steun, om het samen te lijf gaan van deze crisis die ons allen raakt. Bedrijven trekken aan de bel op basis van vergelijkbare argumenten. Die zuidelijke landen merken ook fijntjes op (een dreigement in verpakking) dat als je geen steun verleent, de gevolgen groot zullen zijn. Waar was, zo vraag je je af, dan die solidariteit en dat “wij” gevoel, en de nakoming van afspraken (meestal waardeloos in Brussel trouwens) in tijden dat het beter ging maar niettemin staatsschulden opliepen tot boven de 100% ? En dus : waar was die maatschappelijke verantwoordelijkheid, waar was die solidariteit in de vette jaren bij bedrijven die nu voor het loket staan ?
Na de neiging om die vraag naar solidariteit te laten voor wat het is, blijft er veel te zeggen voor die steun, al is het uit welbegrepen eigenbelang en met lichte tegenzin.

6. Steun in welke vorm ?

Dat kan gaan over steun om de loonkosten, deels, te dekken. Het kan gaan om zachte leningen, om leningen met garanties vanuit de overheid. Het kan gaan om steun waarbij het eigen vermogen van een onderneming wordt versterkt (de staat als aandeelhouder zoals met de banken na het 2008 debacle). Er valt veel voor te zeggen om de werknemers te steunen, de economie en dan met name de vraagkant te versterken. Bijkomend effect is dat vertrouwen en rust plus regelmaat op peil blijven. Dat zou overigens ook rechtstreeks kunnen (een soort basisloon ?) maar of dat technisch en juridisch haalbaar is, is even de vraag, los van de politiek-inhoudelijke discussie.

We zijn zoekende, internationaal maar ook binnen Nederland. De perfecte oplossing bestaat niet, zwart-wit gelijk en ongelijk ook niet. De juiste beslissing bestaat niet of vraagt teveel tijd; een goede beslissing, daar moeten we het mee doen. De scherpte van het debat, de veelzijdigheid qua perspectief, de breedte en diepte qua kennis en inzicht; dat zijn de ingrediënten. Het wordt een spannende zomer. Het volgende stukje draagt de titel “creative destruction” , een kritische noot bij al die steunmaatregelen die over ons heen spoelen.

Hans Groenhuijsen, 1 mei 2020.

Voor alle stukjes over een betere wereld, en voor 6 eerdere stukjes over “Corona”, zie: https://www.hansgroenhuijsen.nl/category/4fields/de-toekomst-een-betere-wereld/
Voor alle andere, meer dan 200, stukjes, zie https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/

 

.