Er is veel gedoe over grote thema’s in de wereld, zoals verduurzaming, energietransitie, mobiliteit.
En niet te vergeten welvaart en welzijn en de verdeling daarvan, migratie, oorlog en geweld. Denk aan energieakkoord, klimaatakkoord, IPCC rapport, het Deltaplan Mobiliteit 2030.

Vaak veronderstellen we dat we het met zijn allen wel eens zijn over die problemen; hooguit verschillen we wat van mening over oplossingen en timing. Niets is minder waar. Juist in de discussie over de grote issues, komt de ware aard van de mens weer boven. We verschillen van mening over de vraag of er überhaupt een probleem is, wat dat probleem dan inhoudt, hoe we dat zouden kunnen oplossen; we nemen elkaar de maat, prediken het eigen gelijk en verketteren de ander.
Het is nuttig om hier eens bij stil te staan. Dat helpt bij het op de juiste manier benoemen van problemen en oplossingen, bij het “bespreekbaar” maken van thema’s, bij het in beweging krijgen en “meenemen” van mensen (een nieuw Haags mantra lijkt het wel).
Voor het gemak benoem ik maar eens wat (ogenschijnlijke) tegenstellingen.

1.       Optimisme en pessimisme.

Dit hebben we in soorten en maten. Er zijn optimisten die, al dan niet kijkend naar de historie, veronderstellen dat het allemaal beter wordt. Soms schiet dit wat door en wordt bijvoorbeeld de technologie als een soort “deus ex machina” ten tonele gevoerd, welke vanzelf onze problemen oplost en de weg naar het paradijs plaveit. Natuurlijk met een zeker risico dat we daar blind op vertrouwen, en denken dat we dus verder achterover kunnen leunen. In wat gematigder vorm levert de combinatie van technologie en mens de oplossing, “maar daar moeten we dan wel even wat voor doen”.

Pessimisten zijn er in de vorm van de klassieke azijnpisser, op weg naar de afgrond. Daar helpt niets meer tegen. Een variant hierop is de pessimist die zozeer overtuigd is van het einde der tijden dat alles wat we nu nog doen wordt gezien als overbodig, als symptoombestrijding. Leuk dat we wat rommelen met CO2 reductie en zo, maar daarmee is het fundamentele probleem van de wereld niet opgelost. Dat diepere probleem is bijvoorbeeld het (perverse) kapitalisme, het evangelie van de ongebreidelde economische groei. Overigens, leuk of niet: het ligt wel voor de hand om vraagtekens te plaatsen bij de mantra van voortdurende economische groei, de haalbaarheid en de wenselijkheid ervan, de vorm en mate waarin we die groei realiseren. We hebben ook pessimisten die hun hart vasthouden voor de toekomst, maar toch in zekere zin licht optimistisch zijn om in het NU en de nabije toekomst in beweging te komen en te redden wat er te redden valt.

2.       Negatief en positief.

Dat optimisme en pessimisme vertaalt zich ook in positieve en negatieve beelden. Positieve beelden hebben betrekking op de wereld en de menselijke soort, het verleden dat een gestage groei in welvaart/welzijn/geluk laat zien, op het heden dat onderdeel uitmaakt van de stijgende lijn, en op de maakbare toekomst.

Negatieve beelden draaien 180 graden de andere kan uit: kommer en kwel, de perversiteit van onze economisch model, de zelfdestructieve krachten in de wereld, de (bijna) onmogelijkheid om het tij te keren (of alleen met een fundamentele en disruptieve ommekeer van alles).

3.       De wortel of de stok.

Laten we eens aannemen dat dat CO2 probleem (of elk ander majeur probleem) een feit is. En laten we eens aannemen dat wij met zijn allen of de overheid (namens ons?) dat wil aanpakken. Daar gaan we dan met dat negatieve en positieve, met dat idee over baten en lasten.
Om de ernst van de situatie aan te geven, praten we (of liever beleidsmakers, politici, onderzoekers) in negatieve termen: bedreigingen, “als we nu niet….”, opofferingen, eerste het zuur dan het zoet, er mag steeds minder en er moet steeds meer. Vaak worden de tegenstellingen op scherp gezet, worden ingrijpende oplossingen benoemd. Begrijpelijk, misschien zelfs waar. Maar je trekt er niet echt volle zalen mee.

Sterker nog. Zodra iemand op doordringende en scherpe wijze een standpunt verkondigt dat diep van binnen overeenkomt met ons eigen standpunt, dan roept dat irritatie op. Als we dan ook nog worden gewezen op ons eigen tekort schieten (we doen te weinig om de wereld beter te maken) en daarop worden beoordeeld, dan laten we zelfs dat standpunt varen, of nuanceren het in sterke mate.
Nog even en we slaan terug en zetten de activist/fanaat weg als leugenachtig en naïef.
Dat noemen we een gemiste kans. We zijn het in aanvang wel eens, maar de toon/stijl/vorm van de boodschap en boodschapper drijven we uit elkaar, juist omdat we het eens waren.-

Met geloof en ideologie krijg je hele volksstammen op de been. Je kunt daarbij hel en verdoemenis prediken, maar vervolgens moet je dan wel een uitweg bieden. Met somberheid alleen red je het niet. Bied voordeel, laat zien wat we krijgen als we iets anders inleveren.

Tesla (voor de duidelijkheid: niet helemaal mijn ding, zeg maar) zag dit goed. Musk benadrukte niet zozeer de impact qua CO2 etc. op zich, maar legde het accent op gemak, op fun, op spanning en attractiviteit van een elektrische auto.

4.       Eco en ego.

Dat kunnen we ook anders benoemen. Appelleer niet (zozeer) aan ideologische motieven (die kwamen bij Musk overigens later ook). Maar mensen willen worden aangesproken op wat hen persoonlijk raakt, en voordeel biedt. Een andere balans dus tussen eco en ego, tussen ideologie en
persoonlijk belang. Een wijs woord in mijn jeugd (o.a. gebezigd door Henk Vonhoff die van PvdA later switchte naar VVD): het hart zit links, de portemonnee zit rechts.
Dat laat onverlet dat een beetje vergezicht, een visie, een verbindend verhaal een plaats mag en moet houden. Maar misschien wat minder zwaar aangezet, minder somber van toon, en minder in extreme mate gepolitiseerd (of erger nog: in saai en complex bestuurlijk jargon gehesen).

5.       Ratio en emotie.

Om te beginnen: geloof nooit degene die zichzelf een toonbeeld vindt van intelligentie, ratio en kennis, maar tegelijk de rest van de wereld wegzet als een stelletje dwaze, emotionele kuddedieren.
Dergelijke types lopen er in grote aantallen rond.

Het is interessant om te zien hoe één individu (maar ook een groep) verward kan raken in die ratio en emotie; het lijkt alsof er sprake is van een soort spagaat. Hoewel er rationeel veel voor te zeggen is, hebben we als mens niet zoveel met belangen of voordelen op lange termijn, het nut van het algemeen, een fijne planeet voor onze kinderen (hoewel dit al wel vaak een gevoelige snaar raakt).

Hoewel we het woord “uitdaging” eindeloos veel gebruiken, houden we niet zo van uitdagingen, vooral niet van verstoringen. We vermijden liever (het risico van) verlies en houden van winst (“loss aversion” volgens Kahneman). En dat wordt nog sterker als we dan ook in de weg naar die mooie toekomst in het HIER en NU flinke offers moeten brengen. En daar gaan we dan glijden.

6.       Zeggen en doen.

In eerste instantie zijn we best wel bereid om in te leveren voor dat hogere doel. Maar de praktijk is weerbarstig. Zeggen is 1, maar doen is 2. Als ons gedrag niet parallel loopt met onze plannen, dan gaat er iets wringen. En dat moeten we oplossen, die spanning moet eruit. Dus passen we ons gedrag alsnog aan (lastig dus), of we stellen onze zienswijze bij.

Fundamenteel blijven we misschien wel geloven in die noodzaak om CO2 reduceren, minder te consumeren, minder vlees te eten etc. Maar ach, zo’n vaart zal het niet lopen, die activisten draven ook wel erg door, de tijd lost het op, we kunnen er nu toch even niets aan doen, laat ze daar in den Haag maar eens…..  Of: ik wil wel maar de rest van de wereld niet, ik wil wel schoner maar laten ze daar in Azië eerst maar eens aan de bak. Of: ik doe al wat (pak af en toe de fiets of trein, eet een dag geen vlees). In extreme vorm kunnen we 100% van onze oorspronkelijke zienswijze afstappen, en gaan zelfs ontkennen waar we eerst nog in geloofden.

7.       Geloof en scepsis.

Deze switch van geloof en bezorgdheid naar cynisme, scepsis en ontkenning kunnen we kennelijk makkelijk maken, vooral als die van buitenaf wordt gevoed door negativisme en cynisme en ontkenning: daar zien we de alternatieve waarheden, de leugens, en de stemmingmakerij. Juist daar wordt het willen aanpakken van bijvoorbeeld de CO2 of vervuiling geplaatst in een (te) grote context:
CO2 is geen probleem, als het al een probleem is, dan lossen wij het niet op en is de oplossing bovendien veel te duur. Pogingen om het op te lossen en een geloof dat we daadwerkelijk een probleem hebben, worden gezien als teken aan de wand; als een aantasting van onze identiteit, onze manier van leven, als een verstoring van een mooie idylle.

8.       Debet of credit.

Hierop voortbordurend: we kunnen heel goed sommetjes maken en daarmee ons gemoed op een quasi-objectieve manier sussen en om de tuin leiden.
Ik doe al veel aan klimaat, CO2 etc., nog niet het maximale maar nog altijd meer dan de buren.
Waarom moet ik de auto laten staan als de buren zich een slag in het rond vliegen?
Ik investeer al veel in isolatie, zonnepanelen etc. (wat veel mensen, begrijpelijkerwijs, vooral doen voor de eigen portemonnee).

Voor veel consumenten is het feit dat het maken van een betere wereld een paar centen kost, en vooral meer dan nu, een ondenkbare aanval op onze manier van leven, onze portemonnee. Het idee dat we (macro) niet zozeer over kosten als wel over investeringen moeten praten, staat ver van het bed, terwijl dit economisch en maatschappelijk een gezonde redenering is.

We hebben het liefste alleen maar baten en geen lasten (de rekening daarvoor laten we graag aan een ander). En als er dan toch baten en lasten zijn, dan moeten we die hier en nu tegen elkaar kunnen wegstrepen met direct een batig saldo, voor onszelf dus. De tijdsfactor blijft buiten beschouwing.

Maar de praktijk is nu eenmaal complex. Kosten kunnen we nog benoemen misschien maar baten zijn lastig uit te rekenen. Vervolgens is het de vraag wie dan de lasten draagt en wie de baten ontvangt:

  • de huidige generatie draagt de lasten, en de volgende generatie krijgt de baten.
  • wij hier betalen, en elders in de wereld pakken ze de voordelen; de vervuiler betaalt niet.

9.       Een vruchtbare discussie.

Discussie is mooi, debat is goed, scherpte is prima. Maar het is wel handig om de setting te begrijpen, om te zien wat de vertrekpunten zijn van de deelnemers in het debat, waar de overtuigingen liggen.
Het zou jammer zijn als de discussie vastloopt, het debat verstomt. Het zou triest zijn als we wel horen maar niet luisteren, wel praten maar niks zeggen, wel zien maar niet meer kijken.

 

Hans Groenhuijsen, juni 2019.

 

Bronnen o.a.:

Daan Remarque in de Volkskrant 14 juni 2019.
https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/benut-ego-motieven-om-mensen-eco-positief-te-laten-handelen~b4ac3ba8/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.nl%2F

Maarten Boudry in NRC 14 juni 2019.
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/06/14/klimaatactivisten-geven-niet-om-het-klimaat-a3963796

Daniel Kahneman, “ons feilbare denken”, Business Contact Amsterda, 2011.

https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/het-klimaat-de-stip-op-de-horizon/
https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/klimaat-kosten-investeringen-of-verzekeringspremie/
https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/het-klimaatakkoord-prinsjesdag-in-de-polder/
https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/het-klimaatakkoord-zoek-de-balans/
https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/het-klimaatakkoord/