Behoud en vernieuwing: gij zult innovatief zijn.
Natuurlijk is (succesvol) vernieuwen niet vandaag of gisteren. Het vormt één van de essenties van ondernemerschap en is wezenlijk voor de groei en continuïteit van de gemiddelde onderneming, en is ook de drijvende kracht (geweest) achter verhoging van welvaart en vergroting van ons welzijn. In dit verband wordt vaak Darwin aangehaald: niet de sterkste wint maar degene die zich het beste weet aan te passen aan de omstandigheden.
Logisch dat deze bijna intrinsieke en vanzelfsprekende drang tot vernieuwen en veranderen ook regelmatig onder vuur komt te liggen. De dynamiek die in de omgeving wordt waargenomen is maar schijn. Alleen de mensen die er middenin zitten vinden dat er sprake is van hoge dynamiek. Op afstand bekeken, zijn de continuïteit en onveranderlijkheid resp. relatieve rust wezenlijker.
Verandering in omgeving en interne verandering jagen elkaar steeds verder op; maar ten onrechte wordt verondersteld dat dit een autonoom natuurlijk proces is. Het is en blijft mensenwerk. Concurrentie/vrije markt en de daarbij horende zoektocht naar een relatief betere positie dan je concurrent (tussen bedrijven, tussen landen, tussen systemen)zijn de motor zonder oog voor het belang van het geheel (het land, het continent, de wereld). Vernieuwing leidt ook tot allerlei onzin en vernietiging van maatschappelijk kapitaal en maatschappelijke waarden.
Bedrijven met een laag innovatief vermogen maar in een markt met een grote behoefte aan innovatie, doen er verstandig aan om samenwerking en allianties aan te gaan op die punten waar ze zwak zijn. Daarnaast moet worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van eigen competenties. Kortom: het innoverend vermogen moet worden versterkt.
Een bedrijf met laag innoverend vermogen in een markt met geringe innovatiebehoefte moet zich afvragen of het in deze context wil en kan blijven opereren. Handhaving van de status quo is het adagium. De markt kan plotseling veranderen door toetreding van nieuwe marktpartijen resp. concurrenten.
Als het innoverend vermogen groter is dan wat de markt eigenlijk vraagt, dan blijven daarmee competenties onbenut; deze kunnen worden aangewend om anderen te helpen innoveren (via partnerships etc.). Maar natuurlijk kan ook de innovatie-kracht alsnog in de eigen business worden aangewend, maar dan wel selectief, zoals in het genereren van meerwaarde en het vergroten van de marge.
Bedrijven met een groot innoverend vermogen in een veeleisende markt moeten waarborgen dat ze maximaal voeling houden met hun klanten, met de markt in brede zin. Als eerste nieuwe trends identificeren is een must. Het opbouwen en toegankelijk maken van kennis is een vereiste.
Hans Groenhuijsen, april 2016.