De EV  : geloof komt te voet en gaat te paard.

 

Het is wat met die EV. Zijn eindelijk na een lange aanloop die fabrikanten om en bouwen ze in toenemende mate elektrische auto’s,
en dan slaat de twijfel toe in de markt. Geloof en vertrouwen komen te voet maar gaan te paard (of per auto).

Wat is er aan de hand ?

De EV leek zo’n 10 jaar geleden op punt van doorbraak te staan, 120 jaar na de introductie van de eerste elektrische auto’s.  Tesla had in deze 1e doorbraak een grote, en luid bejubelde, rol. Er ontwikkelde zich een zeker fanatisme : wie niet voor de EV is, is er tegen etc. Merk en baas werden bijna onderwerp van een soort religie.

Het verzet was heftig, de twijfels bleven groot. Fabrikanten konden het zich niet permitteren om expliciet tegen te zijn maar ze maakten er wel een show van ; ze “stribbelden mee” , zeiden heel vaak “ja, maar…”, vroegen tijd, vonden nader onderzoek nodig. Consumenten waren terughoudend. Soms uit liefde voor PK’s, snelheid, the smell of burning rubber”, het geluid, de emotie. En vaak ook door gerechtvaardigde twijfels over  de EV. Dat ging over de beperkte actieradius , de angst om zonder stroom stil te vallen (range anxiety, het zou de titel van een film kunnen zijn), de gebrekkige oplaad infrastructuur, gewicht en levensduur van de batterij, restwaarde, veiligheid, en tot slot de kosten (aanschaf en Total Cost of Ownership).

En toen ?

Technologie werd doorontwikkeld : betere batterijen met relatief minder massa, grotere range, snel dalende kosten van batterij(capaciteit),  geleidelijk een beter en breder aanbod van modellen tegen een min of meer aanvaardbare prijs. Na de kleine groep van voorlopers/believers,  krijgt de EV meer aanhang. Vooral in de zakelijke markt werd voor de werkgever de EV een parel in de maatschappelijk verantwoorde kroon, en voor werknemers werd het prettig door de fiscus geholpen rondrijden in een EV. De fabrikanten hadden inmiddels een grote deuk in hun imago te pakken met het “Abgasskandal”,
het gerommel dus met die metingen. Een beetje automotive man weet dan dat je een deuk kunt herstellen : een paar flinke klappen, en  overspuiten (mooi groen is niet lelijk). Fabrikanten zagen ook dat het business model wel erg onder druk kwam: alles soorten aandrijving blijven door-ontwikkelen met alle andere technologie die over de markt spoelde, was en is ondoenlijk. Kiezen dus, en dan is de stap naar EV een logische (maar niet te snel, de bouw van conventionele auto’s moet wel rustig worden uitgefaseerd). De overheid /fiscus bleef de EV pushen en fiscaal faciliteren, met een scala (wirwar) aan regelingen.

En nu ?

Er is een flinke slag gemaakt in aantallen EV maar er treedt stagnatie op in die groei. De fiscus draait  de duimschroeven aan, minder bevoordeling per saldo. Dat geeft aanleiding tot luide protesten natuurlijk.
Verkoop nieuw zakt over de hele linie terug naar een bijna historisch dieptepunt. Het chipsprobleem leidt in de hele automotive tot problemen in productie en levering. Fabrikanten blijven gericht op de EV, willen groei in de productie en afzet ervan, maar blijven (overigens met grote verschillen tussen de merken) ook de auto met verbrandingsmotor in die toekomst projecteren. Dat hele grote kantelpunt “100% weg uit fossiel en 100% elektrisch”  is nog ver van ons verwijderd.

Vanuit de vraagzijde  blijft er toch aarzeling. Het aanbod in modellen is nog beperkt, op zijn minst in de beleving is de EV gewoon een duur ding. Moet ik misschien nog even wachten tot er meer en net weer betere modellen op de markt komen met een prettiger prijssticker ? En moet trouwens niet eerste de laad-infra beter worden, in Nederland maar vooral ook in het buitenland ? En de twijfel zit soms dieper. Als het meezit hebben we rond 2030 ergens net boven de 2 miljoen EV’s, nog geen kwart van het wagenpark.  We zitten vervolgens dus nog tot ergens 2050 met de benzineauto. Moet ik me dan nu druk maken over de EV ? En we hebben nog steeds de alternatieven : waterstof, zonnecellen. En ze (wie dan ?) vinden vast nog veel betere en slimmere oplossingen, dus moeten we nog even wachten. Deels is al die twijfel begrijpelijk, terecht. Maar op de achtergrond spelen een paar lastige mechanismes.  Vaak wordt een vernieuwing aarzelend ontvangen, genereert daarna enthousiasme, maar dan komt al snel ook de teleurstelling : succes blijft uit, de glans van het nieuwe slijt, we zien  geleidelijk meer en meer de nadelen/de minpunten, weerstand groeit, we zien wat we misschien kwijt raken.

          

Maar gelukkig, in veel gevallen (zie de Gartner hype cycle) komt er weer een kantelpunt en krijgt die innovatie weer draagvlak en steun. Dan moet het wel lukken volgens de bedenkers van de hype cycle, want nog een keer een terugval is fataal voor een innovatie (ik waag dat te betwijfelen trouwens). Ondertussen raken we  gevangen in complexiteit: we kijken naar de korte en de lange termijn, en naar de voordelen en nadelen, de balans daartussen, en het moment waarop die voor- en nadelen optreden en voor wie. Als je vooral nadelen ziet op de korte termijn, maar onzeker bent of en wanneer er voordelen ontstaan, dan kleurt dat je perceptie. Vooral als jij in ieder geval die nadelen nu zult ondervinden maar die voordelen in de toekomst niet of alleen voor de samenleving als geheel ontstaan en niet voor jou individueel.

Misschien van invloed : het is lekker om ergens tegen te zijn. Naarmate we langer in crisis verkeren, worden we onzekerder, zoeken we houvast, en bundelen we al die negatieve gevoelens tot een universeel ongenoegen. De EV staat dan in een kwaad daglicht: innovaties, de grote bedrijven,
zij daar in den Haag, inperking van persoonlijke vrijheid etc. Je kan volstaan met één protestbord waarop staat : TEGEN. (Bron: https://www.technologiebeleid.nl/concept-gartners-hype-cycle/).

En dan ?

Het blijft een gevecht om die EV in een juist perspectief te plaatsen. Het vooroordeel is hardnekkig dat het allemaal minder wordt, dat  het een opoffering is om er voor te kiezen. De voordelen zijn er, ook voor het individu en ook op de korte termijn (vooruit dan, nog een paar jaar). Natuurlijk is en blijft het een rekensom over kosten, maar het eindeloze gerommel over subsidies bevestigt ook  het vooroordeel dat het allemaal gaat over centen en compensatie.

Tegelijkertijd is het een misvatting om te denken dat we tot in het oneindige keuzevrijheid hebben. De klimaatcrisis klopt aan de deur, en ingrijpen  is noodzaak, al dan niet afgedwongen door de overheid, door de samenleving (dat zijn wij dus zou je veronderstellen). Denk aan dat beroemde Betalen Naar Gebruik, niet alleen anders rijden maar ook minder, autovrije binnensteden etc. De auto is daarbij geen ding op zich, is ook niet alleen maar onderdeel van een mobiliteitssysteem met allerlei modaliteiten en oplossingen. De auto is ook niet (alleen) een ding om onze behoefte aan status, vrijheid, verplaatsing etc. in te vullen.  De auto is een onderdeel van dat grote systeem dat we economie noemen of samenleving of maatschappij. Wat idealistisch gesproken, dat zijn wij dus: burgers, bedrijfsleven, overheid, en zo nog een rijtje. Maar laten we maar eens klein  beginnen en met de automobiel stappen zetten (of rijden) in de goede richting. Ook benieuwd wat de politiek gaat doen ?

 

Hans Groenhuijsen, 18 oktober 2021.

. Meer artikelen rondom de EV ?
zie https://www.hansgroenhuijsen.nl/category/4fields/electric-vehicle/

. Alle artikelen en blogs , zie: https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/

. Wil je in het vervolg wekelijks mijn blog ontvangen ? Meld je aan  via “aanvraag artikelen” op
https://www.hansgroenhuijsen.nl/inschrijven-kennisblogs/

. Wil je geen mails meer ontvangen, stuur dan even een bericht aan  hans@hansgroenhuijsen.nl.

. ©alle rechten voorbehouden Hans Groenhuijsen, 2021.   Zie https://www.hansgroenhuijsen.nl/copyright/