Bullshit bingo.

 

Voor hen aan wie dit spel voorbij is gegaan: Bullshit bingo is een leuk gezelschapsspel op je werk. Echt in de categorie VrijMiBo, pubquiz met collega’s, avondje bowlen. Teken op een vel 16 of 25 of 36 of…. vakjes. In elk vakje zet je zo’n modewoord, een woord uit het jargon van jouw bedrijf (van jouw baas etc.). Dat kunnen woorden zijn zoals hier onder genoemd, maar ook allerlei andere termen uit de woordenlijst van de moderne manager of consultant. Neem dit papier mee naar meetings, vergaderingen, sprints of hoe het allemaal mag heten. Kruis, net als bij bingo, telkens een woord aan als dat door iemand wordt uitgesproken. Heb je een volle kaart ? Roep dan heel hard: bullshit bingo. Ik sta niet in voor de gevolgen van deze aanpak: word je grenzeloos populair, word je uitgestoten,
word je verkozen tot bullshit bingo game master ?

Het bullshit model.

van A naar B meekijken krachtige taal bij elkaar lekker anders
inspirator adviseur scrum master verbinder disruptor
innovator consultant tribe chief netwerker change master
hoogbrenger mentor chief of all chiefs connector change leader
aanjager moderator rebel bridge builder veranderaar
motivator facilitator growth hacker ambassador creator
promotor coach artist platform builder inventor
business coach trainer pionier communicator founder
innovation officer trainer coach Ondernemer co-creator ontwikkelaar
transformation
officer
Bewustzijnscoach     entrepreneur mediator rainmaker
stroomversneller Sparring partner Salvatore equilibrium coach blindspot   specialist
transformation
    lover
Boardroom
sparring partner
Macher vitaliteitscoach friskijker
Realisatie
    specialist
   trusted advisor Maar ook weer: mindfulness coach dwarskijker
vitaliteits booster visionary CEO(en andere
    chiefs)
life coach dwarsdenker
progressor interim
    manager
lifestyle coach chief evangelist
protocol expert     restructurer stand-up filosoof
    quartermaster wave maker

Wat doe je ? Wie ben je ? etc. Vragen die in een elevator pitch format beantwoord moeten kunnen worden. Dan is het handig dat er een vocabulaire is, waar je uit kan putten, en vooral een lijst met woorden die de ander ook hanteert en herkent. Dat maakt het makkelijk om iemand gelijk te duiden, te “framen”, te herkennen als “one of us”. Letterlijk geldt hier het gezegde “Nomen est omen” ofwel :de naam is een voorteken.
Kijk naar CV’s, profielen op social media, social talk, speed dates, kletsjes bij het koffieapparaat (pardon, bij de Starbucks of te gekke barista), allemaal een feest van herkenning en identificatie. Niet altijd prettig en objectief, maar het werkt wel. Maar hoe ziet die vocabulaire er uit ? Hoe komt die tot stand ? Wat kunnen en moeten we ermee ? en waarom ontstaat er zoveel verwarring ?

Maar wat beschrijven we nu eigenlijk ?

Naast de reeks titels  hierboven, hebben we natuurlijk steeds de oude vertrouwde namen en titels: directeur, baas, manager, chef, verkoper etc. En we hebben de zich alsmaar uitbreidende reeks met Chief Officers : executive, financial, risk, strategy, innovation, development, information enz. Maar terug naar het Bullshit-model. Soms is zo’n titel of etiket gewoon maar de functiebenaming die in het profiel stond. Soms beschrijft het wat iemand daadwerkelijk doet  (de timmerman timmert ….). Vaak zegt het iets over wie of wat iemand is of zou willen zijn, hoe iemand gezien wil worden. Dan vormt die titel een uiting van iemands droom, alter ego, gewenste rol, zijn geloof of overtuiging. Let maar op: op de vraag “wat doe je ?” komt vaak het antwoord “ik ben….”. Het geeft aan waar je bij hoort of wilt horen (jouw club, jouw groep, jouw “peers”), dat feest van herkenning voor anderen. Daar schuilt ook het risico dat het echt bullshit wordt, een lege huls, een camouflage, “mooipraterij”.

Maar kijk eens dwars door die hele lijst heen. Maak je een voorstelling van wat al die mensen doen of willen doen. Het gaat heel veel over verandering, over bewustzijn, over relatie, over jij en de ander en samenwerking, over verbinding, over zingeving en impact, over nieuwe organisatievormen. We willen het beter en anders, we willen perspectief, we willen weg uit de crisis, weg uit hoe het was. En we proberen daar uitdrukking aan te geven door ons te onderscheiden in ons doen en laten, de wijze waarop we daarover communiceren. De benaming die we daaraan geven, symboliseert dat.

En dan doen we er nog wat beleving bij.

En er is een aparte vocabulaire in ontwikkeling die het allemaal nog intrigerender en spannender maakt. We doen tegenwoordig alles met passie dus is dat ook een vereiste. En we vinden allerlei ervaringen etc. vooral heel mooi, heel fijn, heel inspirerend, geweldig, supergaaf en energie-gevend. En we zijn (super)trots en dankbaar dat we ergens onderdeel van mogen zijn, en een bijdrage mogen leveren. We ervaren overal uitdagingen, kansen om het verschil te maken, en vinden het een voorrecht om ergens aan de slag te mogen.

Tot slot.

Vergeet dus eigenlijk al die termen maar. Het zijn maar etiketjes en versieringen. Het gaat er om dat je iets doet, bij voorkeur iets zinvols, op een manier die hout snijdt en effectief is, met mensen die er toe doen. Vanuit ambitie, vanuit een besef dat je het niet alleen kan. Werken impliceert SAMEN werken. Noem het lekker zoals je wilt. Ik heb op mijn eigen site ook een aantal etiketjes staan : adviseur, interim-manager, spreker, dagvoorzitter en moderator. Bij nader inzien wat traditioneel en saai misschien.  Ik claim bij deze alvast de volgende termen : job title inspirator, image developer, en bullshit bingo game master.

Hans Groenhuijsen, 11 maart 2021.

Meer artikelen ?  zie https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/