Beelden van een auto.

Onze voorkeuren, meningen, keuzes, gedrag etc. komen tot stand op basis van allerlei factoren, “”stimuli”. Prikkels en indrukken in het NU, maar ook ervaringen en gevoelens uit het verleden. Daarbij gaat het om combinaties van ervaringen en waarnemingen met alle zintuigen: horen, zien, voelen, ruiken.
De autoproducent bouwt bewust een beeld op van een auto; de letterlijke verschijning van een auto, maar ook de entourage eromheen. Heel bewust wordt gewerkt aan imago, aan de beelden en associaties die een nieuwe auto oproept. Met vaak de paradox dat je als fabrikant een auto enerzijds vooral als bijzonder en speciaal (voor jou) wilt neerzetten, maar aan de andere kant vooral aantallen wil draaien. Dat leidt dus tot promotie, reclame, positionering, de hele marketingmix en meer, speciale acties. De markt (denk aan de media, soms de sport, en vooral de consument) absorbeert dit allemaal als je geluk hebt en versterkt die beeldvorming, wordt er zelf onderdeel van, en tekent de koopovereenkomst. De fabrikant blijft die beeldvorming voeden, de auto in kwestie nestelt zich in de markt, het brein en de emotie en de portemonnee van de klant. En zo ontstaat een mechanisme dat zichzelf versterkt.

De Citroën DS: tijdgeest?

Er is vaak gezocht naar de samenhang tussen het ontwerp van de DS van de hand van Flaminio Bertoni en het tijdvak waarin deze auto vorm en gestalte kreeg, de jaren’50. Overigens lag de basis in het werk van Bertoni eerder, al voor de tweede wereldoorlog. Vele beroemde namen in de wereld van design duiken op. Voor Frank Lloyd Wright (architect, USA) ging het om een goede balans tussen vorm en functie, een zekere integratie van de natuur en gebouwde omgeving. Charles Eames (bekend als vooral meubelontwerper) was een modernist, combineerde industrie (industriële productie) met kunst. Eero Saarinen hanteerde organische vormen, een beeldhouwkundige (kunstige) benadering van het ontwerpproces.

Bij veel ontwerpen uit de jaren ’50 zie je dezelfde trefwoorden voorbijkomen: een zeker optimisme, een geloof in maakbaarheid en vooruitgang. Technologie en industrialisering waren een bron van inspiratie maar maakten ook grootschaliger productie mogelijk. Er werd vaak gezocht naar zowel schoonheid als nut en functionaliteit.

Roland Barthes, Frans literatuurcriticus en filosoof, beschrijft de DS op een betekenisvolle en originele wijze. De DS is, volgens Barthes, de creatie van een tijdperk, door de handen van onbekenden (dus anoniem en industrieel), een auto die een grote verandering met zich meebrengt in de mythologie van de auto. De DS is, aldus Barthes, de aartsgodheid van de neomanie, is de mobiele kathedraal van de nieuwe religie van de 20ste eeuw. En de auto bezit een magische allure voor de bevolking als geheel. De DS werd met dergelijke uitspraken niet zozeer een bijzondere auto maar vooral een mooi en aanlokkelijk beeld. En als auto verplaatste die DS je niet voorwaarts maar opwaarts (figuurlijk maar ook letterlijk met alweer dat geweldige veersysteem). En de auto reed niet maar “gleed” (no driving but gliding).

Bijnamen voor de DS.

De DS kreeg zoals meer auto’s bijnamen; denk alleen maar aan de Citroën 2CV, die in Nederland beter bekend is als de “lelijke eend”. Ook de DS werd vergeleken met verschillende dieren. Vaak door een zekere gelijkenis met de dieren in kwestie, wellicht ook omdat het publiek nu eenmaal van dieren houdt, ze leuk vindt, en die bijnamen als een soort koosnaampjes ging gebruiken. Wat te denken van: de walvis (La Baleine), de zwarte mossel (België), het nijlpaard (vooral kijkend naar een van de studiemodellen), de haai (Haifisch bij de oosterburen, tiburon in Spanje, squalo in Italië, shark in de UK), Flunder (duits woord voor schol). Anderen associeerden de auto en vorm met een kikker, de pad (Vlaanderen) of the frog (UK). Voor jongens die zo’n beetje opgroeiden in de  jaren ’60: er was een zekere gelijkenis met de Thunderbird 2, dat groene ruimteschip in de TV-serie “The Thunderbirds”.

De bijnaam “snoek” is in Nederland beroemd; een verwijzing naar het front van de auto (de neus, om precies te zijn de tweede neus in de bouwjaren 1963-67). En we kennen de bijnaam “het strijkijzer”. Maar de DS  ging niet zozeer op een strijkijzer lijken maar het strijkijzer, kreeg volledig overbodig, allerlei aerodynamische vormen, zoals veel industriële producten in die tijd en (vooral Amerikaanse) auto’s met allerlei verwijzingen naar de lucht- en ruimtevaart. Een belediging van de DS trouwens om die te vergelijken met een strijkijzer en te plaatsen in dat modieuze stroomlijngedoe in de jaren ’50.

De 2 mooiste bijnamen bewaar ik voor het laatst. De letters DS, la Déesse of de godin, een veelbetekenende naam die de DS meekreeg van de fabriek; een eretitel die de auto zo’n 20 jaar verdiende. En tot slot de naam “la Bombe”, over de onthulling van de DS in 1955, een auto die insloeg als een bom. En dat was dus de vette kop in de krant l’Autojournal” bij de spionagefoto’s die deze krant in najaar 1955 plaatste, net voor de onthulling van de DS op de Autosalon Paris.

De kracht van film.

De DS kreeg, terecht, regelmatig een hoofdrol in speelfilms; denk aan “Le Samouraï” met Alain Delon uit 1967, maar ook de films met Louis de Funès, Philippe Noiret, Lino Ventura, Jean Paul Belmondo, Gerard Depardieu, Tintin(Kuifje). En het ging nog verder. Beroemde, goddelijke, vrouwen werden vaak gefotografeerd met die even goddelijke DS: Brigitte Bardot, Jane Birkin, Jacky Kennedy, Gina Lollobrigida, Cindy Crawford.

Heldenstatus.

De DS had een hoofdrol in een moordaanslag op Charles de Gaulle. Nee, geen film maar harde werkelijkheid waarbij zo’n 185 kogels werden afgevuurd op de rijdende auto, die flink werd geraakt (14 kogels), een band werd lek geschoten. Maar… door de superieure techniek van de DS (hydropneumatisch veersysteem) bleef de auto op koers en kon de president in veiligheid worden gebracht (aan de schietvaardigheden van de nota bene rechtse militaristische aanslagplegers kan worden getwijfeld overigens). Het wordt nog gekker.

Citroën maakt in de jaren ’60 een promotiefilmpje met in de hoofdrol 6 DS-en die een soort sierlijk ballet uitvoeren, DS en de Schone Kunsten; zie https://jalopnik.com/the-citroen-ds-made-it-cool-to-be-weird-1851039031  kijk goed, want elke DS rijdt op slechts 3 wielen, de auto’s blijven keurig koersvast, en zijn dus in staat tot perfecte uitgevoerde “dans”.  Net als de Gaulle’s auto dus na de moordaanslag.

Beelden, herinneringen, associaties bepalen hoe we kijken. De Citroën DS is daarvan een mooi voorbeeld, al bijna 70 jaar.

Hans Groenhuijsen, 9 september 2024.

Zie ook:
https://www.hansgroenhuijsen.nl/de-oldtimer-spiegel-van-de-ziel-spiegel-van-je-verleden-van-jezelf/ 
https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/de-openbaring-van-de-citroen-ds/
https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/onveranderlijke-wetten-in-de-mobiliteit-deel-13-oude-liefdes-roesten-niet-oude-autos-wel/

. Alle artikelen en blogs, zie: https://www.hansgroenhuijsen.nl/4-fields/

T                06-52 58 95 85
M               hans@hansgroenhuijsen.nl
I                 https://www.hansgroenhuijsen.nl
Linked    https://www.linkedin.com/in/4fieldshansgroenhuijsen/
. Wekelijks mijn blog ontvangen? Meld je aan via “aanvraag artikelen” op   https://www.hansgroenhuijsen.nl/inschrijven-kennisblogs/
. ©alle rechten voorbehouden Hans Groenhuijsen, 2024.