1. De historicus kijkt naar het verleden, de manager naar de toekomst. 
Beiden kijken naar het heden.

 

De historicus denkt vrijer, staat losser van de waan van de dag, is niet of nauwelijks onderworpen aan de gesel van de markt. Niettemin kunnen er wel verwachtingen ontstaan t.a.v . die historicus.
De omgeving kan de historicus proberen in verschillende rollen te duwen: het ontwikkelen van kennis en inzicht, het leveren van mooie verhalen, het doen van voorspellingen, het bieden van rechtvaardiging en continuïteit, het geven van een moreel of ethisch oordeel en het spreken van recht.

De historicus opereert vooral op de tijd-as verleden-heden met af en toe een uitstapje naar de toekomst. De historicus kijkt meer macro, hij kijkt meer naar buiten, breder (niet alleen zijn eigen microwereld maar ook daarbuiten, allerlei thema’s zoals politiek, oorlog en vrede, sociale ontwikkelingen).

De manager opereert primair op de tijd-as heden-toekomst met af en toe een vluchtige blik op het verleden. De manager kijkt wat meer naar binnen (hoewel velen ontdekt hebben dat een blik naar buiten af en toe gezond kan zijn), meer naar de eigen omgeving en de eigen winkel. En die manager kan het niet beperken tot het nodige onderzoek, denk- en schrijfwerk, maar moet nu eenmaal iets beslissen, iets doen; dat is zijn taak en lot.

Dat suggereert een bijna perfecte match van historicus en manager, waarbij de hele tijdslijn verleden-heden-toekomst in het vizier blijft. Bevindt de historicus zich met zijn geschiedenis in de mythe van het verleden, en zit de manager opgesloten met zijn strategie en modellen in de mythe van de toekomst?

Voor beiden ligt er een zekere waarde in het kennis nemen van de manier van denken en kijken van de ander; in het kijken naar de complete tijdas: verleden, heden en toekomst.

 

2. Historici kijken vooruit, managers kijken terug?

De historicus kijkt terug, daar ligt zijn domein, met een, terloopse, blik op het heden. En soms geeft de historicus, daartoe gevraagd en uitgedaagd, een kijk op de toekomst: begrijpen van context, samenhang, het herkennen van patronen. Die toekomst is wel een gevaarlijk terrein voor de historicus overigens. De manager wordt ingehuurd om vooral naar die toekomst te kijken; dat is ook precies datgene wat die manager doet, althans dat denken we. Maar is dat nu echt zo?

Zoals Ackoff ooit aangaf, zijn veel managers vooral “terug kijkers”; ze richten zich meer op restauratie van een eerdere situatie, en het reactief reduceren en opsplitsen van problemen. Terugkijken naar het verleden maar met het gezicht naar de toekomst is goed: begrijpen, weten, snappen is waardevol, en natuurlijk kan dat verleden de bron vormen van een visie op de toekomst.

Geschiedenis is het zoeken naar patronen, het zet feiten op een rij, biedt een context en referentiepunt, kan nuance bieden en haalt de sluier van romantiek en mythes weg van het verleden. Voor managers komt daar nog bij dat het inzicht en begrip worden aangescherpt in strategische successen en missers, in de eigen identiteit, in eigen aannames. Waarbij kan worden aangetekend dat we vaak meer onze successen tellen dan dat we fouten onder ogen zien en daar van leren.

Sowieso is het voor managers en gewone mensen lastig om echt te leren van dat verleden; de successen worden in de vorm van een mythe gegoten, de mislukkingen worden genegeerd. Maar al te graag vergeten we onze fouten, herschrijven die geschiedenis, en vergoelijken ons eigen gedrag.

De stelling dat historici naar het verleden kijken, en managers naar de toekomst, verdient nuance. Allereerst is de focus nooit 100% op het ene of het andere gericht. Managers kijken, vaak beperkt en bijziend, naar het verleden. Historici kijken af en toe met een steelse blik naar de toekomst.

Ten tweede kijken zowel de historicus als de manager naar het heden. De historicus ziet dat heden als eindpunt van die mooie geschiedenis, of juist als vertrekpunt en inspiratiebron voor de zoektocht door het verleden. De manager is logischerwijs bezig met het heden: daar moet immers worden gemanaged. Dat heden vormt het vertrekpunt en de basis voor toekomstig succes.

Ten derde is er niet “één manier van kijken” maar zetten historici en managers verschillende brillen op bij het aanschouwen van dat verleden of de toekomst (of dat heden). De historicus zal zich toch uiteindelijk vooral bezig houden met het verleden. De manager, en zeker de strateeg, is wat minder bescheiden en zal met groter gemak de drie tijdsdimensies met elkaar verbinden, hoe onvolledig en gekleurd zijn waarneming ook is van dat verleden, van het heden of van die gedroomde toekomst.

Wel zal hij regelmatig de situatie als het ware “bevriezen” door te kiezen voor een bepaalde organisatievorm, een visie en strategie; elke keuze op dit vlak legt vast en stabiliseert, en vormt de tegenhanger van de zo vaak gepredikte dynamiek, flexibiliteit en innovatiedrang.

Het geheugen van de manager is vaak kort en selectief (logisch ook, hij is geen historicus en heeft wel andere dingen te doen, zou je kunnen stellen). Dat verleden dient alleen als bron van anekdotes en legitimatie. Daar waar de details in beeld komen, is dat vaak vanuit een strikte (en dus beperkte) financiële en kwantitatieve invalshoek. Verslaglegging, verantwoording en verklaring voor het heden als uitkomst van het verleden, bepalen de begrenzingen bij het kijken naar het verleden en het heden, en bij het nadenken over de toekomst. Logica, rationaliteit en continuïteit vormen het denkkader.

Het kost veel moeite om te onderkennen dat de geschiedenis, het heden en de toekomst zich niet al teveel gelegen laten liggen aan die logica, rationaliteit en maakbaarheids-gedachte. De manager is vaak ogenschijnlijk wel bezig is met de toekomst maar slechts in een rituele aanval op die toekomst. Veel aandacht gaat uit naar het verleden en een deel van het heden.

De veronderstelling dat managers vooruit kijken en historici terugkijken, draait zich dan om. Managers kijken meer terug, historici werpen de blik meer vooruit. Beiden worstelen in zekere zin met de tijd, met de wereld, met de beelden daarvan, met de dilemma’s en paradoxen.

 

Dit was de tweede blog over historici en managers. De eerste verscheen in mei met de titel
“historici en managers reizen door de tijd”.

 

Hans Groenhuijsen, juni 2019.

Zie:

https://www.hansgroenhuijsen.nl/category/blogs/
Linkedin : https://www.linkedin.com/in/4fieldshansgroenhuijsen/